Ons democratisch en bestuurlijk stelsel heeft averij opgelopen. Het vertrouwen van mensen in politiek en overheid is historisch laag. Hoe gaan we dit oplossen? Wat kunnen we concreet doen? Hieronder een paar uitgangspunten waar we samen (dus iedereen) de schouders onder kunnen zetten. Natuurlijk zal niet alles in één keer beter worden maar laat ieder van ons een begin maken. Laten we moedig en democratisch voorwaarts gaan.
1. Onze bestuurscultuur
Van waan naar waardig.
Onze bestuurscultuur wordt niet alleen gemaakt door ministers en volksvertegenwoordigers maar ook door ambtenaren, journalisten, rechters en niet te vergeten wij burgers zelf!
Die bestuurscultuur mag je ziek noemen want in plaats van rustig en gestructureerd samen te werken aan een gezonde en waardige inrichting van onze samenleving, laten we ons leiden door de waan van de dag en vervallen we vaak in strijd en polarisatie. Er wordt slecht geluisterd naar andersdenkenden en wetten worden er (met de kleinst mogelijke meerderheid) doorheen gejast.
Die cultuur veranderen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ons allemaal ieder op zijn of haar eigen plek. En die verandering begint met bewustwording.
2. Onze bestuurders
Van managers van een coalitie akkoord naar leiders van de samenleving.
De coalitie van de grootste partijen bepaalt welke bestuurders worden benoemd. Die bestuurders zijn veelal meer uitvoerder van een coalitie akkoord dan leider en verbinder in de samenleving. Om naar een hogere niveau van besturing te gaan, moeten we bestuurders strenger gaan selecteren op: authenticiteit, dienstbaarheid, integriteit, empathie, wijsheid, verstand van zaken, organisatievermogen en verbindingskracht.
Onze ministers horen dienaren van het volk te zijn, met enorme en zelfstandige denkkracht & doekracht. Niet alleen in staat om te luisteren naar collega’s en deskundigen maar bovenal in staat om een nationale dialoog met de mensen in het land te organiseren. In staat om de lelijke, ingewikkelde bureaucratie die we hebben gecreëerd terug te brengen naar eenvoud en menselijke maat. Om de besluitvorming zo laag mogelijk in de samenleving te leggen.
3. Onze volksvertegenwoordigers
Van lichtgewicht naar zwaargewicht.
We hoeven niet te twijfelen over de goede bedoelingen van onze volksvertegenwoordigers. Maar zijn zij werkelijk in staat de juiste veranderingen te realiseren? Beschikken zij over voldoende kennis van zaken en realiteitszin? Staan zij voldoende in contact met de mensen in het land? Beseffen zij hoe belangrijk het is om degelijke wetten te maken en die te toetsen in de praktijk? Durven zij onafhankelijk van hun partij en van hun fractie te stemmen? Zijn zij voldoende in staat om een kabinet van zwaargewichten samen te stellen? Ik denk helaas van niet. En wie zijn daar verantwoordelijk voor (naast de partijbesturen) dat zijn wij: kiezers.
4. Onze ambtenaren
Van strict volgzaam naar dienstbaar aan de menselijke maat.
We hebben in Nederland over het algemeen prima opgeleide en gemotiveerde ambtenaren. Er is echter een cultuur ontstaan waarin ambtenaren zich letterlijk houden aan de wet en te weinig oog hebben voor de menselijke maat.
Er is daarbij ook weinig ruimte om je uit te spreken vanuit de angst dat de politiek er iets van vind of de media je in een moeilijke positie brengen. Dat mag anders. Ambtenaren horen zich in de eerste plaats dienstbaar op te stellen naar burgers. En topambtenaren mogen zich beslist meer uitspreken in het publieke debat door feiten te benoemen, praktijk ervaringen te delen en op te komen voor de menselijke maat.
5. Onze deskundigen
Van lobbycratie naar onafhankelijk onderzoek en advies.
Binnen de ambtelijke diensten is onder invloed van bezuinigingen veel ervaring en denkcapaciteit wegbezuinigd. Met als gevolg dat kennis vaak van buiten moet worden gehaald. Mede daardoor laten we ons nu te veel laten beïnvloeden door lobbyisten die vaak maar één belang hebben. Tegelijkertijd durven externe adviseurs hun opdrachtgevers niet altijd de waarheid te vertellen. Dat moet anders.
6. Onze rechters
Van handhaver naar beschermer van grondwet en menselijke maat.
Rechters worden geacht evenwichtig te oordelen. Toch zien we tot de Raad van State aan toe dat regels soms onmenselijk strict worden geïnterpreteerd. Ook dat moet anders. Daarbij zou het helpen als er een maatschappelijke dialoog wordt opgezet over onze grondwet. En als de rechter de ruimte neemt om daar in de praktijk meer mee te doen.
7. Onze media
Van oppervlakkige show naar diepgaand gesprek.
Journalisten bieden ons een venster op de wereld maar zijn niet belangeloos. Zijn teveel verweefd met de macht. Maken zaken meer of minder ernstig dan ze werkelijk zijn. Zijn vaak meer geïnteresseerd in hun eigen mening of de mening van publiekslievelingen dan in de mening van de onafhankelijke maar minder aantrekkelijke buitenstaander. Dat kan beter.
8. Wijzelf, inwoners van Nederland
Van onbewust en op afstand naar bewust en betrokken.
Tot slot komen we aan bij onszelf. In welke rol dan ook zijn wij van doorslaggevend belang. Als wij bewuster worden van waarheid en onwaarheid, bewuster spreken en stemmen, zelf het goede voorbeeld geven dan creëren wij het klimaat voor verandering. Zo simpel is het. Moedig voorwaarts!
Bram Voncken, 28 februari 2024