“We hebben Nederland veel te ingewikkeld gemaakt”, zei Arno Visser, voormalig president van de Rekenkamer. En dat geldt ook voor ons pensioenstelsel.
Als adviseur in de publieke sector help ik complexe zaken weer eenvoudig te maken. Herstel ik graag de menselijke maat. In een serie aan artikelen schrijf ik hierover. In dit artikel: ons pensioenstelsel.
Inleiding
Het principe is simpel: je zet geld opzij voor later in een pensioenfonds en samen met andere deelnemers dek je risico’s. Dat is wat pensioen is. Maar geleidelijk aan is het dekken van risico’s middels een pensioenfonds verworden tot een niet meer te begrijpen pensioenstelsel vol regels, kosten en belangen. Tijd om terug te gaan naar de basis.
Pensioen is van jou: geen gunst maar uitgesteld loon
Pensioen is geen cadeau van de overheid of je werkgever. Het is jouw geld. Elke maand wordt een deel van je loon ingehouden. Omdat je (bijvoorbeeld) niet weet hoe oud je wordt, deel je bepaalde risico’s collectief. En al legt de overheid pensioen veelal als verplichting op, verandert dat niets aan het eigenaarschap: het geld is en blijft van jou.
Juist dat uitgangspunt is in het huidige systeem troebel geworden. De opbouw van pensioen voelt vaak abstract. De zeggenschap beperkt. En dat voedt het wantrouwen.
Waarom is het zo ingewikkeld geworden?
Techniek is het doel geworden in plaats van het middel
Pensioen is langzaam veranderd in een technisch bouwwerk vol rekenregels, buffers en voorwaarden. Begrippen als ‘dekkingsgraad’, ‘rekenrente’ en ‘doorsneesystematiek’ zijn dagelijkse kost voor insiders, maar voor deelnemers onbegrijpelijk. Dat maakt het moeilijk om te weten waar je staat, laat staan om keuzes te maken.
De deelnemer is onzichtbaar in het debat
Miljoenen mensen bouwen pensioen op maar hun stem klinkt zelden door in het bestuur of het publieke debat. Bestuurders praten liever met elkaar dan met deelnemers. Hoewel fondsen inspraakmomenten organiseren, zoals enquêtes en panels, ervaren veel deelnemers toch weinig echte zeggenschap.
We ontwijken de echte keuzes
Er wordt gesproken over belangentegenstellingen tussen generaties of partijen. Maar het enige dat ertoe doet, is het belang van de deelnemer. Keuzes over herverdeling, indexatie of de mate van individuele zeggenschap worden vaak uitgesteld omdat ze gevoelig liggen. Zowel politici als pensioenfondsen lijken eerder te kiezen voor bestuurlijke rust dan voor heldere besluiten. Maar die voorzichtigheid leidt tot nieuwe onzekerheid en wantrouwen bij deelnemers. Niemand wil de pijn benoemen. En dat leidt weer tot uitstel, vage compromissen en nieuwe onduidelijkheid.
Waar wringt het echt?
Het Nederlandse pensioenvermogen bedraagt ruim 1.800 miljard euro. Daarmee hoort Nederland tot de wereldtop. Maar juist bij die schaal hoort uiterste zorgvuldigheid. De realiteit is dat deelnemers vaak te weinig terugzien van die rijkdom. Waar zit de disbalans en wie profiteert?
Beleggen in staatsobligaties: de overheid profiteert
Pensioenfondsen beleggen een groot deel van hun vermogen in ‘veilige’ staatsobligaties. Dat is geen wettelijke verplichting, maar wordt in de praktijk sterk gestuurd door toezicht en rekenregels. Het effect is vergelijkbaar: weinig ruimte voor meer renderende beleggingen.Dat klinkt logisch, maar de keerzijde is scherp: lage rente leidt tot lage uitkeringen. De overheid leent goedkoop, terwijl deelnemers geen of nauwelijks indexatie krijgen. De koopkracht van pensioenen is in tien jaar bij sommige fondsen 15 tot 25% gedaald ondanks goede beleggingsjaren. Dat is disproportioneel.
Structureel hoge beheerkosten: rendement lekt weg
Vermogensbeheerders ontvangen jaarlijks 3 tot 4 miljard euro aan vergoedingen. Dat is ongeveer 0,25% van het beheerd vermogen. Het klinkt bescheiden, maar het bedrag is enorm. Het is daarom terecht om kritisch te kijken naar de proportionaliteit en doelmatigheid van die uitgaven – zeker omdat deelnemers weinig directe invloed hebben op deze keuzes. Bij deze schaal gaat het om serieus rendement dat structureel wegvloeit. Terwijl deelnemers worden verteld dat indexatie “nu niet verantwoord is”, profiteren externe partijen zonder zichtbare resultaatsverplichting.
Ondoorzichtige financiële producten en adviesketens
Transactiekosten, derivaten, valutadekking: veel kosten zijn voor deelnemers niet inzichtelijk. Daarnaast ontvangen consultants en adviseurs jaarlijks 300 tot 500 miljoen euro. De bijdrage aan betere pensioenen is zelden concreet meetbaar. Het systeem is duur, zonder dat deelnemers begrijpen waarvoor.
Beperkte zeggenschap en onduidelijk bestuur
Deelnemers hebben weinig directe invloed op hun fonds. Fondsen organiseren soms inspraakmomenten, zoals enquêtes of panels. Maar dat is geen vervanging voor echte zeggenschap. Lage betrokkenheid van deelnemers is niet altijd desinteresse, het kan ook een gevolg zijn van afstand, complexiteit en gebrek aan vertrouwen. Bestuurslagen zijn complex en vaak op afstand. Bestuurders verdienen forse salarissen maar staan zelden in contact met de mensen voor wie ze werken. Dit versterkt het gevoel van machteloosheid.
Kortom: deelnemers leveren verplicht geld in, maar hebben weinig invloed, onduidelijk zicht op rendement en beperkte bescherming tegen koopkrachtverlies. In een rechtvaardig systeem zou het tegenovergestelde het geval zijn.
Pensioen is ook een persoonlijke keuze
We vergeten daarbij vaak dat pensioen in essentie een persoonlijke beslissing is. Sommige mensen nemen zelf de regie. Denk aan zelfstandigen en ondernemers die hun pensioen individueel regelen, of mensen die bewust voor een eenvoudiger leven kiezen met minder consumptie, ook na hun werkzame leven.
Daarnaast is er al een gezamenlijke basis: de AOW. Waarom zouden we daarbovenop mensen niet meer ruimte geven om te kiezen hoe ze aanvullend pensioen willen opbouwen en óf ze dat überhaupt willen Keuzevrijheid is geen bedreiging voor het systeem. Het is een erkenning van diversiteit in levenslopen, waarden en voorkeuren.
Wat is de meerwaarde van collectiviteit?
Collectiviteit heeft duidelijke voordelen, met name bij het delen van risico’s die je individueel moeilijk kunt dragen. Zoals:
- Levensduur: je weet niet hoe lang je leeft, maar samen kun je dat risico spreiden.
- Beleggingsrisico’s: grote fondsen kunnen beter spreiden, goedkoper beleggen en schokken opvangen.
- Kosten: collectieve regelingen zijn vaak efficiënter dan individuele.
Maar deze voordelen rechtvaardigen geen systeem waarin mensen zich machteloos voelen. Collectiviteit moet dienstbaar zijn, niet dwingend.
Versterken van solidariteit
Solidariteit is een waardevol principe, maar in het pensioendebat soms ook een bron van verwarring. Hieronder drie veelgenoemde vormen en waarom duidelijke keuzes en zeggenschap essentieel zijn.
Tussen generaties
Het idee dat jongeren opdraaien voor het pensioen van ouderen klopt niet. In een kapitaaldekkingsstelsel bouwt iedereen zijn eigen pensioen op. Ouderen teren niet op jongeren, hun vermogen ondersteunt juist de economie. Echte solidariteit zit in betaalbare woningen, natuurbehoud en toekomstkansen. Pensioen hoort daar niet mee verward te worden.
Sociaal verantwoord beleggen
Geen kinderarbeid, geen wapens, geen corruptie, dat klinkt vanzelfsprekend. Maar wie bepaalt wat ‘sociaal verantwoord’ is? En op basis waarvan? Mensen denken daar verschillend over. Geef deelnemers daarom meer invloed of keuzeruimte, ook op dit vlak.
Duurzaam beleggen
Duurzaamheid is belangrijk. Toch is het niet vanzelfsprekend dat iedereen wil uitsluiten wat fondsen als onwenselijk zien. Laat mensen zélf kiezen hoe hun geld wordt belegd: neutraal, duurzaam of maximaal rendement. Het is en blijft hun geld, dus ook hun keuze.
Waar is mijn potje gebleven?
Veel mensen die een tijd pensioen hebben opgebouwd en later zijn overgestapt naar zelfstandig werk of een andere regeling, vragen zich af wat er van hun opgebouwde pensioen overblijft.
Soms lijkt de verwachte uitkering karig, zeker vergeleken met wat men zelf had kunnen opbouwen bij individueel beleggen. Dat leidt tot begrijpelijke vragen over rendement, transparantie en het beheer van hun geld.
De weg vooruit: eenvoud, zeggenschap en vertrouwen
De Wet Toekomst Pensioenen (WTP), die inmiddels is aangenomen, belooft meer transparantie en meer persoonlijke opbouw. Maar in de praktijk blijft de invloed van de deelnemer beperkt. De overgang naar het nieuwe stelsel wordt technisch aangepakt, terwijl de fundamentele vragen over zeggenschap, keuzevrijheid en vertrouwen nauwelijks zijn besproken. Dat is een gemiste kans of mag je zelfs een kapitale blunder noemen. Een nieuw systeem werkt alleen als het gedragen wordt. Niet door bestuurders, maar door de mensen om wie het gaat.
Een beter pensioenstelsel vraagt geen nieuwe technocratische hervorming, maar een cultuuromslag in denken:
- Eenvoud en transparantie: gebruik begrijpelijke taal. Laat mensen snappen waar ze staan.
- Eigenaarschap: het geld is van de deelnemers. Zorg dat ze invloed hebben.
- Keuzevrijheid: geef ruimte voor persoonlijke voorkeuren en levensstijlen.
- Dienstbaar bestuur: pensioenfondsen beheren geld dat hen niet toebehoort. Transparantie, soberheid en verantwoording zijn vanzelfsprekend.
- Heldere kaders vanuit de politiek: bescherm het publieke belang, maar bouw geen systemen die mensen buitensluiten of onmondig maken.
Tot slot: terug naar de bedoeling
Natuurlijk is pensioen geen eenvoudig dossier. Het raakt levensverwachting, markten, risico’s en solidariteit. Maar complexiteit mag nooit een excuus zijn om deelnemers buitenspel te zetten.
Wie verplicht geld inlegt, mag verwachten dat dat geld zorgvuldig wordt beheerd, begrijpelijk wordt uitgelegd en eerlijk wordt verdeeld. Niet in technische taal maar in duidelijke afspraken, met zeggenschap en transparantie.
Dit artikel is geen aanklacht, maar een uitnodiging: om samen terug te keren naar de bedoeling. Pensioen is jouw geld. En dus jouw recht op duidelijkheid, keuze en vertrouwen.
Nawoord: Wat kunnen we doen én wat mogen we van elkaar verwachten?
Verandering begint bij bewustwording én ieder heeft daarbij een eigen rol. Niet alles hoeft van “het systeem” te komen. En ook niet alles ligt bij de individuele deelnemer. We dragen het samen.
Wat kunnen deelnemers doen?
Pensioen is geen sociale voorziening maar een particuliere verzekering. Het gaat om jouw geld en jouw oude dag. Je draagt zelf verantwoordelijkheid voor je keuzes. Stel dus vragen aan je fonds, je werkgever en je adviseur. Vraag inzicht in je persoonlijke situatie en rechten. Je mag verwachten dat je geld eerlijk, doelmatig en begrijpelijk wordt beheerd. Maar wees ook realistisch: alle betrokken partijen hebben hun eigen belangen.
Wat kunnen politici doen (en wat mogen wij van hen verwachten)?
€1.800 miljard is een aantrekkelijke pot geld, maar het is niet van de overheid. Blijf ervan af. Zorg voor heldere wet- en regelgeving. Creëer keuzeruimte voor mensen, met minder dwang. En zie actief toe op transparantie en eerlijkheid.
Wat kunnen pensioenbestuurders doen (en wat mogen wij van hen verwachten)?
De wereld van ‘haute finance’ is dynamisch, maar vergeet nooit dat je rol dienstbaar is aan de deelnemers, niet aan het systeem. Wees transparant over kosten, keuzes en risico’s. Sta open voor dialoog, ook buiten de bekende gremia. Houd de lijn naar deelnemers kort.
Wat kunnen professionals in de sector doen (en wat mogen wij verwachten)?
Op de werkvloer wordt veel bepaald én veel gezien. Zorg voor eenvoud waar het kan en leg helder uit waar het moet. Stel het belang van de deelnemers voorop ook als de grote bazen andere paden bewandelen.
Wat kunnen journalisten doen (en wat mogen wij verwachten)?
Pensioen is ingewikkeld en niet altijd aantrekkelijk om over te schrijven. Maar het is wel belangrijk. Versla niet alleen de misstanden maar leg ook de grote lijn uit. Laat niet alleen bestuurders aan het woord maar ook deelnemers. En help mensen begrijpen waar het écht over gaat.
Bronnen
1. DNB (De Nederlandsche Bank): Informatie over pensioenvermogen, rendementen en de rekenrente
https://www.dnb.nl
2. CPB (Centraal Planbureau): Publicaties over het nieuwe pensioenstelsel en koopkrachtontwikkeling
https://www.cpb.nl
3. Netspar (Netherlands Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement): Wetenschappelijk netwerk met veel onderzoeksrapporten
https://www.netspar.nl
4. Wynia’s Week: Kritische analyses, o.a. van Eduard Bomhoff over het pensioenbeleid en rekenrente
https://www.wyniasweek.nl
5. “Worst Bank Scenario”: Hester Bais
Boek dat de verwevenheid tussen banken, toezichthouders en pensioenfondsen blootlegt (ISBN: 9789492538771)
6. Pensioenfederatie / Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn / ABP: Voor cijfers over vermogens en kosten
https://www.pensioenfederatie.nl
https://www.pfzw.nl
https://www.abp.nl