Onze grondbeginselen

Stel dat we onze Grondwet opnieuw samen zouden schrijven, hoe zou zij er dan uitzien? Hoe zouden we met minimale regels zo prettig mogelijk kunnen samenleven? Hieronder een vrijmoedige aanzet voor wat onze ‘grondbeginselen’ zouden kunnen zijn. Opgeschreven om de ontstane polarisatie en verwarring te helpen overbruggen. Om een herkenbare middenweg te vinden. Benieuwd wat jij er van vindt! Hoe mooi zou het zijn als we samen in open dialoog toewerken naar een nieuwe set aan gezamenlijke uitgangspunten. En nog mooier als blijkt dat we het meer met elkaar eens zijn dan we dachten.

UITGANGSPUNTEN

Ieder mens mag zich welkom voelen op aarde. Vrij om een eigen pad te lopen. Om ons leven én samenleven prettig en vruchtbaar te laten verlopen, werken we democratisch samen. Hebben we een overheid die ons niet de baas is maar die dienstbaar is aan ons. Die een aantal zaken van gemeenschappelijk belang goed voor ons regelt.

Mensbeeld

We zijn een uniek ‘diersoort’, verschillend van elkaar en tegelijkertijd lijken we op elkaar. Liefdevol, maar eerlijk is eerlijk, soms ook keihard naar andere levende wezens. Hoewel de mens veel heeft bereikt, onderschat zij zichzelf nog wel eens. We hoeven niet zo bang te zijn als we ons soms voelen. Zelfs als we ons niet verbonden voelen, zijn we toch meer verbonden dan we denken. En al kan het leven pijnlijk zijn, we mogen dankbaar zijn voor wat we elkaar en wat de natuur ons schenkt. Bovenal mogen we genieten van het leven en rustig bouwen aan een betere toekomst.

Samenleving

Onze vrijheid loopt hand in hand met de verantwoordelijkheid om ook anderen hun vrijheid te gunnen. Om eerlijk te delen daar waar verschillen te groot zijn geworden. Meer dan alleen zijn we gezamenlijk bovendien tot grootse dingen in staat. Ten positieve maar soms ook ten negatieve. Zo leven we eigenlijk temidden van overvloed maar weet de mens toch kunstmatig schaarste te creëren en anderen afhankelijk te maken.

Rol van de overheid

De overheid voert gemeenschappelijke taken uit. Wij geven haar de macht om (onder strikte voorwaarden) regels op te leggen, belastingen te heffen en individueel in te grijpen ten behoeve van het algemeen belang. Dat dient zij zo bescheiden mogelijk te doen met als uitgangspunt dat mensen over het algemeen prima in staat zijn om zelf en gezamenlijk problemen op te lossen. Met als uitgangspunt dat democratische besluitvorming zo dicht mogelijk bij de mensen plaatsvindt.

Taken van de overheid

Zo is het de taak van de overheid om de vrijheid en veiligheid van mensen te beschermen. Daarnaast helpt zij de samenleving om brede welvaart en welzijn te versterken. Tot slot organiseert zij een basis aan solidariteit en stelt zij regels voor de bescherming van dier en natuur.

Samen beslissen

Wij kiezen volksvertegenwoordigers die de taak hebben goed naar ons te luisteren en gezamenlijk besluiten te nemen. Gedegen, met een breed draagvlak en goed rekening houdend met minderheidsbelangen. De grote kunst is om een balans te vinden tussen het beschermen van de individuele vrijheid en het nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid. De grondbeginselen hieronder geven een richting aan.

1. VRIJHEID

Iedereen in Nederland mag zichzelf zijn. Vrij denken, voelen en spreken. Vrij bewegen in de openbare ruimte. Zelf bepalen wat je doet en met wie. Vrij om je aan te sluiten bij welk geloof of welke groepering dan ook.

1.1 Vrijheid en verantwoordelijkheid

Die vrijheid wordt slechts beperkt door wat je zelf wilt en kunt, wat de ander toelaat én een minimaal aantal wetten en regels. Wetten en regels democratisch vastgesteld om te voorkomen dat jouw vrijheid te veel ten koste gaat van de ander: mens, dier en natuur. Vrij zijn betekent dus ook je verantwoordelijkheid nemen en je houden aan afgesproken wetten en regels.

1.2. Vrijheid en gelijkwaardigheid

Iedereen is voor de wet gelijkwaardig. Algemene kenmerken zoals leeftijd, geslacht, afkomst, opleiding, levensovertuiging, seksuele voorkeur, handicap enzovoort doen niet ter zake. De overheid discrimineert niet. Ook bedrijven en organisaties is het niet toegestaan om te discrimineren op basis van genoemde kenmerken.

1.3 Vrijheid van spreken

De vrijheid van spreken is het fundament van onze samenleving. Hoe afwijkend je gedachten en woorden ook zijn, je mag ze altijd uitspreken. Liefst met respect voor de ander. Ook in geweldloze demonstraties. Woorden doen ertoe, toch maken we er geen wetten over behalve als het gaat om het dreigen met fysiek geweld en dood.

1.4 Vrij van drang en dwang

De overheid informeert burgers feitelijk, neutraal en zo genuanceerd mogelijk en houdt zich dus verre van manipulatie. De wet stelt grenzen aan bedrijven en organisaties die mensen afhankelijk maken of verslaafd aan hun producten en dienstverlening.

1.5 Vrijheid en privacy

Vrij zijn, houdt ook in het recht om niet ongewild gevolgd te worden door overheden, instellingen, bedrijven of personen. Het recht om informatie die over jou wordt verzameld ten alle tijde te kunnen inzien. Die informatie is van jou. Informatie over jou bijgehouden mag niet zonder jouw uitdrukkelijke toestemming met anderen worden gedeeld. Informatie die is gedeeld en toestemmingen die zijn gegeven, behoren gemakkelijk bewaakt en aangepast te kunnen worden.

2. VEILIGHEID

Veiligheid betekent in de eerste plaats dat we elkaar niet aandoen wat we zelf ook niet prettig vinden. Een kwestie van fatsoen, iets dat we kunnen doen zonder wetten en regels. Als er iets gebeurt dat als ongewenst wordt ervaren, kunnen we dat over het algemeen prima zelf en samen oplossen. Niet elk mens heeft overigens dezelfde behoefte aan veiligheid. De één zal meer risico’s nemen dan de ander.

2.1 Veilig naar elkaar

Waar we heldere wetten en regels over hebben, is dat we elkaar geen fysieke schade mogen toebrengen. Ook diefstal of beschadiging van elkaars eigendommen en disproportionele beschadiging aan de natuur zijn niet toegestaan.

2.2 Veilige producten

Bedrijven en organisaties zijn gehouden hun producten en dienstverlening aan te bieden op een manier die geen onredelijke schade aanbrengt aan mens, dier en natuur. Zo zijn er strenge regels voor voedselveiligheid als het gaat om het gebruik van pesticiden en onnatuurlijke toevoegingen.

2.3 Veilig verkeer

De overheid stelt regels ter bevordering van het veilig verkeer. Zo heeft in principe het langzaamste verkeer voorrang op het snellere verkeer. Om voldoende snelle en veilige doorstroming te bevorderen zijn er separate autowegen, vaarwegen, busbanen en fietspaden aangelegd die zo fraai en milieuvriendelijk mogelijk passen in het (stedelijk) landschap.

2.4 Veilige media

De overheid heeft geen taak in het tegengaan van onjuiste informatie anders dan dat zij zélf zorgt voor zo betrouwbaar en genuanceerd mogelijke informatievoorziening. Er zijn wel regels om mensen en in het bijzonder kinderen te beschermen tegen ongewenste (seksueel) gewelddadige beelden.

2.5 Kinderen

Ouders zijn verantwoordelijk voor veiligheid, welzijn en ontwikkeling van hun kinderen tot de dag waarop zij 18 jaar worden. Als kinderen onder de 18 zich niet houden aan de wet zijn ouders verantwoordelijk voor de consequenties.

2.6 Crisismanagement

Bij rampen treedt de overheid coördinerend op. Een professionele crisisorganisatie wordt snel opgeschaald. De maatregelen behoren proportioneel te zijn. De overheid is zeer terughoudend met het eventueel (zelfs kortdurend) beperken van rechten van mensen.

2.7 Internationale vrede en veiligheid

Nederland is gericht op vrede en weigert oorlogen te faciliteren. Tegelijkertijd zijn we niet naïef. Bouwen in NAVO verband aan een defensie organisatie die onze eigen en gemeenschappelijke grenzen veilig stelt. Bij gewapende conflicten buiten de NAVO kiezen wij partij voor de slachtoffers aan beide zijden en stellen diplomatie beschikbaar maar geen wapens en hulp aan hen die oorlog voeren. In principe is het streven maximaal 2% van de rijksbegroting te reserveren voor een modern, effectief en menselijk defensie apparaat gericht op het beschermen van de brede internationale veiligheid van ons land. Bij nationale rampen helpen onze militairen met het adequaat managen van de crisis.

2.8 Onafhankelijkheid

Als mensen zijn we afhankelijk van elkaar en dat is prima. Tegelijkertijd zijn we soms zo erg afhankelijk van elkaar geworden dat het onze veiligheid kan bedreigen. We zijn deels speelbal van de mondiale politiek. Grote internationale mogendheden (China, de VS) en bedrijven (Alibaba, Google enz) nemen bezit van belangrijke infrastructuur zoals onze havens in Rotterdam. Profiteren van onze innovatie zonder dat wij daar voldoende profijt van hebben.

Het is goed hier bewust van te zijn en als Nederland zorg te dragen dat belangrijke zaken als voedselvoorziening, infrastructuur en energievoorziening op nationaal niveau goed en zelfstandig zijn geregeld. Daarnaast is van belang om burgers te helpen meer zelfvoorzienend te worden en weerbaar tegen economische schommelingen. Daarbij helpt het als de overheid zelf in alle gevallen de rust bewaart en niet meedoet aan ‘angstpolitiek’.

3. WELVAART EN WELZIJN

De mens is druk met het versterken van haar (fysieke) welvaart maar vergeet soms dat (geestelijk) welzijn minstens zo belangrijk is. De overheid heeft daar geen oordeel over en faciliteert welvaart en welzijn door een aantal basistaken goed te regelen.

3.1 Onderwijs

Naast een goede en veilige opvoeding is goed en veilig onderwijs van groot belang. De overheid heft algemene belastingen om onderwijs mogelijk te maken en ziet toe op de kwaliteit van dat onderwijs. Het onderwijs zelf wordt georganiseerd door onafhankelijke al dan niet levensbeschouwelijke organisaties. De kern van goed onderwijs wordt gevormd door bekwame en gemotiveerde leraren die goed aansluiten op de behoefte van de leerling en ruimte bieden om te leren in de praktijk. Het onderwijs sluit ook aan bij de maatschappelijke behoefte maar uiteindelijk gaat het er vooral om dat elke leerling het beste uit zichzelf haalt en leert samenwerken met anderen. Onderwijs draagt bij aan de bewustwording van leerlingen als het gaat om de wetten en regels die ons land gelden en de historische achtergrond hiervan. Onderwijs heeft beslist niet tot doel algemene door de overheid gewenste verandering in gedrag te bewerkstelligen.

3.2 Infrastructuur

De overheid zorgt dat de basis infrastructuur van ons land op orde is. Denk bijvoorbeeld aan verkeer en waterstaat, telecommunicatie en energie enzovoorts. Die infrastructuur behoort degelijk, betaalbaar en kostendekkend en wordt op een mens- en natuurvriendelijke manier gebouwd en beheerd.

3.3 Overheid als marktmeester

De overheid stelt in samenwerking met werkgevers/werknemersorganisaties regels op t.a.v. eerlijk concurrentie en eerlijk werkgeverschap. Zij stelt daarnaast de regels op t.a.v. een eerlijk en transparant geld- en bankenstelsel.

3.4 Volkshuisvesting

De overheid draagt zorg voor een basis aan goede, bereikbare, duurzame en betaalbare volkshuisvesting.

3.5 Cultuur en erfgoed

De overheid beschermt het Nederlands erfgoed, stimuleert een levendig cultureel klimaat en investeert (net als de generaties voor ons) in schoonheid in de openbare ruimte. Tenminste 1% van de rijksbegroting wordt hiervoor vrijgemaakt.

4. SOLIDARITEIT

De mens is van nature solidair. Dichtbij huis maar ook op grotere afstand. Solidariteit maakt de gemeenschap sterk en helpt vrede te bewaren. De overheid draagt zorg voor een aantal basistaken.

4.1 Basisinkomen en werk

Nederland en de Nederlandse overheid is rijk genoeg om tenminste te experimenteren met een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedere Nederlander die dat nodig heeft. Het basisinkomen tevens ter bestrijding van de bureaucratie en ter vervanging van een woud aan financiële tegemoetkomingen. Voor ieder die dat wil, is daarnaast zinvol vrijwilligerswerk beschikbaar.

4.2 Gezondheidszorg

De overheid helpt een goed stelsel aan basis gezondheidszorg te realiseren. Met als uitgangspunt dat ieder verantwoordelijkheid neemt voor de eigen gezondheid, zo gezond mogelijk leeft en gebruik van medicijnen zoveel mogelijk beperkt. De gezondheidszorg wordt gekenmerkt door de afwezigheid van bureaucratie maar ook door het voorkomen van onnodig doktersbezoek. Ziekte en ook dood horen bij het leven en vragen soms simpelweg om rust en geduld. Bij aanhoudende ziekte bepaalt de patiënt samen met de huisarts en eventueel de specialist de beste behandeling. Als het gaat om abortus en euthanasie mag de mens (ondersteund door haar arts) het eigen moreel kompas volgen. De kosten van de gezondheidszorg worden betaald uit de algemene belastingen.

4.3 Jeugdzorg

Niet ieder kind heeft het geluk een goede en veilige opvoeding te genieten. Daar waar kwetsbaarheden worden gesignaleerd helpt jeugdzorg kinderen en ouders om de problemen op te lossen of te verzachten. De overheid neemt in geen geval de verantwoordelijkheid over kinderen over. Hooguit kan zij helpen een passende voogd aan te stellen als ouders niet meer kunnen functioneren. Bij voorkeur iemand uit de familie of directe omgeving waar de kinderen een vertrouwensband mee hebben.

4.4 Ouderenzorg

Mensen worden geholpen om naar eigen wens zo lang mogelijk thuis te wonen of juist samen in een woongroep waarin je er voor elkaar kunt zijn. Voor ieder die (extra) zorg nodig heeft, is die zorg beschikbaar.

4.5 Dak- en thuisloos

Ieder die niet voor zichzelf kan zorgen wordt opgevangen op een veilige plek met een dak boven het hoofd, een voedzame maaltijd, mogelijkheid voor sociale contacten en waar nodig lichamelijke en psychische zorg.

4.6 Schulden

Mensen die hun schulden niet kunnen betalen worden niet blootgesteld aan oplopende boetes. Voor mensen die dat nodig hebben, is er schuldhulpverlening. Bedrijven die risico’s nemen met mensen die mogelijk hun rekening niet kunnen betalen, hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid.

4.7 Migratie

We kunnen in Nederland niet onbeperkt mensen helpen die van buiten komen. Om ons land te beschermen wordt een maximale jaarlijkse groei van de bevolking afgesproken onder de voorwaarde dat er voldoende woonruimte beschikbaar  is. Er is ruimte voor mensen die een bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse economie er is geen ruimte voor kansarme economische vluchtelingen. Er is tijdelijk ruimte voor politieke vluchtelingen die niet in de regio kunnen worden opgevangen. Mensen die zich niet aan de Nederlandse regels houden kunnen hier niet blijven. Mensen die goed passen bij wat ons land nodig heeft, krijgen de ruimte om zich te bewijzen en kunnen tot Nederlander worden genaturaliseerd. Zij zullen dan eerst een aantal jaren moeten bewijzen dat zij in staat zijn zich zelfstandig te redden.

5. DUURZAAMHEID

We willen respectvol omgaan met de natuur en haar niet zodanig uitputten en vervuilen dat wijzelf of de generaties na ons daar last van hebben.

5.1 Circulaire samenleving

Alles wat wij bouwen, verbouwen en produceren (en alles wat daarbij vrijkomt) is steeds meer duurzaam, recyclebaar en gifvrij. Het produceren van wegwerpproducten is niet toegestaan.

5.2 De vervuiler betaalt

Indien er schade ontstaat aan de natuur betalen vervuilers de schade en werken zij mee met opruimen.

5.3 Afvalverwerking

Ook de consument is verplicht afval op de juiste wijze aan te bieden. Voor het achterlaten van afval in de openbare ruimte gelden hoge boetes.

5.4 Gezond ecosysteem

We werken aan een aarde met schoon water (drinkbare rivieren), schone lucht, schone aarde en een rijk ecosysteem. Het bestrijden van epidemieën gebeurt eco- en mensvriendelijk.

5.5 Omgang met dieren

Dieren zijn van groot belang voor een gezond ecosysteem. Steeds meer mensen zien dieren als wezens net als mensen. Het al dan niet consumeren van dieren is en blijft echter een persoonlijke keuze. Aan de productie van vlees- en visproducten worden strenge eisen gesteld. Dat geldt ook voor het houden van huisdieren en dierentuinen.

5.6 Klimaatverandering

Het klimaat verandert mede onder invloed van de uitstoot van fossiele brandstoffen. Het minderen van gebruik is daarom goed, ook om minder afhankelijk te worden van olie- en gasproducerende landen. De transitie naar een meer groene energievoorziening behoort weloverwogen en zonder te veel stress te verlopen. Idealiter kan iedere Nederlander zelf of samen met de buren zorgen voor een eigen en betaalbare energievoorziening.

6. DEMOCRATIE

De democratie staat dichtbij de mensen in het land. De Nederlandse burger wordt zoveel mogelijk betrokken in het democratisch proces en besluiten worden met zo groot mogelijk draagvlak genomen.

6.1 Democratie van onderop

Veel problemen kunnen prima worden opgelost zonder bemoeienis van de overheid. Uitgangspunt is dat beslissingen zo dicht mogelijk worden genomen bij de mensen die het aangaat. Lokaal bij voorkeur boven provinciaal, provinciaal boven landelijk, landelijk boven Europees. Daarbij wordt naar iedereen geluisterd die het aangaat, niet alleen naar de mensen die hun mond roeren.  Ter ondersteuning van goede besluitvorming kunnen maatschappelijke dialogen worden georganiseerd of een zogenaamde ‘burgerkamer’ worden ingericht. In plaats van te focussen op (politieke) verschillen van mening gaat de aandacht eerst uit naar de overeenkomsten in waarden, naar feiten en onafhankelijk onderzoek. De input en lobby van grote bedrijven en (internationale) instellingen staat op gepaste afstand.

6.2 Volksvertegenwoordiging

We kiezen volksvertegenwoordigers die namens de inwoners wetten en/of regels opstellen, een bestuur aanstellen en controleren (wetgevende macht). Lokaal, provinciaal, landelijk en Europees. De volksvertegenwoordigers luisteren naar wat in de samenleving speelt en hebben de plicht om vanuit het eigen geweten te stemmen (zonder last of ruggespraak). Om gedegen besluitvorming en draagvlak te bevorderen, dient ten minste tweederde deel (66,7%) van de volksvertegenwoordigers in te stemmen met wijzigingen in wet- & regelgeving. Wijzigingen in de Grondwet met tenminste viervijfde meerderheid (80%).

6.3 Bestuur

Op basis van een coalitie akkoord op hoofdlijnen wordt een bestuur gevormd (uitvoerende macht) dat naar bevind van zaken stuurt. Vanzelfsprekend binnen de kaders van de wet en rekening houdend met minderheidsbelangen. Onze bestuurders zijn integer, bekwaam en verbindend.

6.4 Rechters

Rechters spreken onafhankelijk recht volgens de wet. Hun oordeel wordt niet beïnvloed door wat politiek en media ervan vinden. Hun oordeel is mede gebaseerd op het oordeel van wat deskundigen zeggen maar wordt door hen kritisch bekeken en mag daarvan afwijken. Bij twijfel tussen het belang van de staat versus het belang van de burger staat zij altijd aan de kant van de burger. Daarbij kijkt zij vanuit het perspectief van de Grondwet. En altijd spreekt zij recht met ‘menselijke maat’. Erop gericht te voorkomen dat situaties die uit de hand zijn gelopen wederom voorkomen.

6.5 Maatschappelijke dienstplicht

Nederland is een land van vrijheid. Maar om die vrijheid te beschermen en prettig samen te leven zijn er ook een aantal plichten. Zo is er een maatschappelijke dienstplicht die aan jonge mensen direct na hun opleiding vraagt om gedurende 1 jaar te helpen een maatschappelijke taak uit te voeren. Dat kan bijvoorbeeld zijn als militair, als zorgverlener of als onderzoeker. De dienstplicht biedt jonge mensen daarmee ook de gelegenheid zich maatschappelijk te oriënteren en buiten de eigen bubbel te kijken.

7. OVERHEID

De overheid hoort bescheiden en betrouwbaar haar werk te doen. Dienstbaar en met het grootst mogelijke respect voor burgers.

7.1 Eenvoud

De overheid bemoeit zich niet met zaken die haar niet aangaan of waar zij weinig invloed op kan uitoefenen. Zaken waar zij verantwoordelijk voor is, worden eenvoudig georganiseerd. Burgers horen zo min mogelijk drempels te ervaren in het contact met de overheid. De overheid is kritisch op haar eigen omvang.

7.2 Betrouwbaarheid

De overheid stelt zich betrouwbaar op. Transparant en voorspelbaar. Hanteert de ‘menselijke maat’ boven de regel.

7.3 Belastingen

Het belastingstelsel is simpel en eerlijk: (1) de gebruiker betaalt voor de publieke diensten die hij afneemt. (2) De vervuiler betaalt voor het opruimen van de vervuiling die hij veroorzaakt. (3) Voor de bekostiging van de overige publieke taken wordt belasting geheven op inkomsten en uitgaven. Een flat tax op inkomsten uit werk, vermogen of erfenis. BTW (laag/midden/hoog) afhankelijk van schade aan mens/milieu. (4) Ontduiken van belastingen niet toegestaan. Mensen en bedrijven die moeite hebben hun belastingen te betalen krijgen hulp.

7.4 Handhaving en eerlijke rechtsgang

Vertrouwen is de basis voor een prettig functionerende samenleving en tegelijkertijd zijn we niet naïef.  Agenten, inspecteurs en andere ambtenaren met een bevoegdheid tot opsporing reguleren situaties die uit de hand (dreigen te) lopen. Mensen en organisaties die de wet overtreden worden beboet of aangehouden, berecht en veroordeeld. Zij die geen verdediging kunnen betalen, krijgen hulp. Mensen die telkens in de fout blijven gaan krijgen hulp om van hun gedrag af te komen. Bij bedrijven die de fout in blijven gaan, kan de bedrijfsvoering worden afgesloten. De beschikbare handhavingscapaciteit is voldoende groot om Nederland een veilig gevoel te geven en zaken vlot af te handelen. Nederland is echter geen politiestaat waarbij op elke hoek van de straat een agent staat. Boetes worden nooit gegeven met als doel om de staatskas te spekken.e

7.5 Verantwoording

Het bestuur informeert ons elk jaar neutraal over de voortgang van werkzaamheden, de bereikte kwaliteit voor de samenleving (in vergelijk tot de afgelopen 30 jaar) en de gemaakte kosten. Iedere Nederlander krijgt bovendien een persoonlijk overzicht van haar bijdrage aan de belastingen en wat daarmee is gedaan. Daar waar burgers en organisaties vragen stellen, worden deze voldoende snel en adequaat beantwoord.

Dit is een werkdocument: Bij nieuwe inzichten pas ik het aan. Jouw commentaar via email of LinkedIn van harte welkom.

Bram Voncken, Utrecht, februari 2024

In mijn werk in de publieke sector loop ik vaak aan tegen de complexiteit van beleid en het gebrek aan menselijke maat in de uitvoering. Via LinkedIn deel ik mijn zienswijze op de knelpunten in ons democratisch en bestuurlijk stelsel én de mogelijke oplossingen. Kortgezegd denk ik dat onze democratie een lobbycratie, mediacratie en technocratie is geworden. De oplossingen die ik zie, gaan over de verbetering van de samenwerking over de partijen heen, dialoog met de mensen in het land, herkennen van gemeenschappelijke waarden (vrijheid, solidariteit en duurzaamheid), radicaal vereenvoudigen van wetten en organisaties en het hanteren van ‘de menselijke maat’ boven de regels. Boven alles vraagt dit persoonlijke bewustwording en leiderschap in onszelf.