Onze grondbeginselen

Stel dat we onze Grondwet opnieuw zouden schrijven. Hoe zou zij eruitzien? Hoe zouden we met minimale regels zo prettig mogelijk kunnen samenleven?

Misschien een vreemde vraag als je bedenkt met hoeveel inspanning en conflicten onze Grondwet door de eeuwen heen is gegroeid en gevormd. Toch denk ik dat een toegankelijker en moderne versie goed zou zijn. Een Grondwet die dichter bij ons staat, die ons verbindt en waar we trots op kunnen zijn. Een Grondwet waarmee we scherper zowel nieuwe wetten als bestaande wetten en regels kunnen toetsen.

Hieronder een aanzet voor ‘nieuwe grondbeginselen’. Met 4 fundamenten als uitgangspunt: Vrijheid, Solidariteit, Duurzaamheid en Eenvoud. Ben benieuwd wat je ervan vindt!

INLEIDING

Nederland is een land om trots op te zijn. Op de schouders van de generaties voor ons hebben we een sterk en sociaal land gebouwd. Toch geldt dat niet voor alles en iedereen. Onze vrijheid, onze solidariteit met elkaar én met toekomstige generaties vragen blijvende aandacht en versterking.

Nederland is daarnaast een land waarin de overheid niet de baas is maar dienaar van het gemeenschappelijk belang. Hoewel we over het algemeen problemen zelf oplossen, willen we op sommige gebieden een overheid die zaken voor ons regelt en grenzen stelt.

Wij geven overheden daarom de macht om bescheiden en rechtvaardig (onder strikte voorwaarden) taken uit te voeren, regels op te leggen, belastingen te heffen en individueel in te grijpen ten behoeve van het gemeenschappelijk belang.

Politieke besluiten over overheidstaken, wetten en regels nemen we zoveel mogelijk decentraal en democratisch. Het is daarbij de kunst om een balans te vinden tussen het beschermen van individuele vrijheid en het nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Onderstaande grondbeginselen beschrijven hoe wij in Nederland democratisch samenwerken en wat wij van elkaar mogen verwachten. Alle wetten en regels die in Nederland worden opgesteld, alsmede de uitvoering van die wetten en regels dienen in de geest en binnen de kaders van deze grondbeginselen te worden opgesteld. Daarbij gelden een aantal grondrechten die de burger beschermen tegen de overheid.

UITGANGSPUNTEN

Om goed en harmonieus samen te leven onderscheiden we vier fundamentele uitgangspunten:

1. Vrijheid: Ieder mens heeft het recht om vrij te leven. Een samenleving kan bloeien wanneer vrije mensen in harmonie samenwerken. En dat vraagt om een overheid die onze vrijheid beschermt.

2. Solidariteit: Daarnaast zijn we verbonden met elkaar en is ieder mens van waarde. Dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten. Solidariteit versterkt ons gevoel veiligheid en rechtvaardigheid en creërt een basis voor brede welvaart en welzijn.

3. Duurzaamheid: We zijn niet alleen verbonden met elkaar, maar ook met de natuur. We mogen van haar vruchten plukken maar hebben ook de verantwoordelijkheid om de aarde te beschermen voor toekomstige generaties.

4. Eenvoud: Helderheid en de menselijke maat behoren centraal te staan in de manier waarop we maatschappelijk samenwerken en het functioneren van de overheid. Zo creëren we een stabiele basis voor het dagelijks leven en samenleven.

Deze uitgangspunten vormen de basis voor acht werkvelden:

  • Persoonlijke vrijheid: Iedereen in Nederland is vrij om te leven. De overheid beschermt de vrijheid van mensen door iedereen gelijk te behandelen, de vrijheid van meningsuiting streng te beschermen, zorg te dragen voor goed onderwijs, zelf niet te veel wetten op te stellen en de privacy goed te beschermen.
  • Publieke veiligheid: om vrij, vreedzaam en vruchtbaar samen te leven is een basis aan veiligheid noodzakelijk. Die veiligheid creëren we in de eerste plaats zelf en de overheid beschermt tegen disproportionele onveiligheid vanuit andere burgers, bedrijven maar ook de overheid zelf.
  • Economische welvaart: de mens is voortdurend bezig haar eigen bestaan te verbeteren. De overheid zorgt als marktmeester voor eerlijke verhoudingen. Daarnaast bouwt en beheert zij een basis aan infrastructuur. Tot slot ziet zij er streng op toe dat economische vooruitgang niet ten koste gaat van de vrijheid, veiligheid, welzijn en duurzaamheid.
  • Menselijk welzijn: Een goede gezondheid, sociale contacten en persoonlijke groei zijn minstens zo belangrijk als materiële welvaart. Iedereen heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid mara de overheid zorgt voor een basi voor iedereen.
  • Sociale rechtvaardigheid: we creëren een basis aan zorg en inkomsten voor iedereen zodat iedereen vrij en vreedzaam kan leven en samenleven.
  • Duurzaam leven: we gaan zorgvuldig om met de aarde zodat ook volgende generaties kunnen plukken van haar vruchten en kunnen genieten van haar schoonheid.
  • Democratische dialoog: burgers hebben zovele mogelijk kansen om hun stem te laten horen in het democratische proces.
  • Dienstbare overheid: de overheid geeft op zo eenvoudig mogelijke en menselijke wijze uitvoering aan democratisch afgesproken taken, wetten en regels.

De grondbeginselen hieronder zijn een leidraad voor ons handelen én voor onze omgang met elkaar.

1. PERSOONLIJKE VRIJHEID

In Nederland heeft iedereen het recht om zichzelf te zijn. Vrij te denken, te spreken en te handelen. Vrij te bewegen in de openbare ruimte en zelf je levenspad te kiezen. Zelf bepalen met wie je omgaat en vrij om je aan te sluiten bij welk geloof of welke groepering dan ook.

De overheid beschermt deze vrijheid, zolang de rechten van anderen en de samenleving niet in het gedrang komen. Vrijheid die hand in hand gaat met de verantwoordelijkheid om de vrijheid en rechten van anderen te respecteren. Om respectvol om te gaan met de natuur. En dat vraagt van jou dat je je aan de Nederlandse wetten en regels houdt opdat jouw vrijheid niet ten koste gaat van de ander.

1.1 Gelijkwaardig en gelijke kansen

Vrijheid betekent ook dat iedereen voor de wet gelijk wordt behandeld en zoveel mogelijk gelijke kansen krijgt. Het is overheden en organisaties verboden te discrimineren op basis van afkomst, leeftijd, geslacht, opleiding, levensovertuiging, seksuele voorkeur, handicap of andere persoonlijke kenmerken.

1.2 Vrijheid van meningsuiting

De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht. Tegelijkertijd is het geen vrijbrief om anderen te beledigen, haat te zaaien of onjuiste en schadelijke informatie te verspreiden. Politici en ambtenaren hebben wat dit betreft een voorbeeldfunctie.

Op de vrijheid van spreken zijn drie harde uitzonderingen / verboden: (1) dreigen met geweld of dood, (2) psychisch geweld (langdurige, geestelijke mishandeling) en (3) ernstig verstoren van de openbare orde (rust en veiligheid).

1.3 Vrijheid van én door onderwijs

Voor de vrije ontwikkeling van mensen is goed onderwijs van groot belang. Het geeft iedereen de kans het beste uit zichzelf te halen en te leren samenwerken met anderen. Het helpt leerlingen de werking van de samenleving beter te begrijpen en hun plek in te nemen.

Onderwijsinstellingen zijn onafhankelijk en hebben de vrijheid om hun eigen levensbeschouwelijke invulling te geven. De overheid ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en zorgt voor een faciliterend kader. De leraar speelt een sleutelrol en heeft veel ruimte om invulling te geven aan het onderwijsproces.

1.4 Vrij van bemoeizucht

Politiek en overheid zijn terughoudend bij het opleggen van wetten en regels. Wetten moeten bovendien eenvoudig en begrijpelijk zijn.

De overheid heeft een voorlichtende taak, maar communiceert feitelijk, neutraal en genuanceerd, zonder zich schuldig te maken aan manipulatie of sturende communicatie.

1.5 Vrij van verslaving

Ieder die tenminste 5 jaar heeft bewezen zelfstandig in Nederland te kunnen leven, heeft de mogelijkheid tot Nederlander te worden genaturaliseerd. De overheid besteed daarnaast veel aandacht aan integratie.

Vrijheid vraagt ook om bescherming tegen verslaving. Bedrijven mogen geen producten of diensten aanbieden die bewust zijn ontworpen om mensen afhankelijk te maken of die de gezondheid, zowel fysiek als mentaal, disproportioneel schaden.

Zo stelt de overheid op basis van breed gedragen wetenschappelijke inzichten stricte regels voor tabak, alcohol, suikerhoudende voedingsmiddelen, digitale technologie, gokken en verslavende medicijnen.

1.6 Privacy

Iedereen heeft recht op privacy en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het zonder toestemming volgen of verzamelen van persoonlijke gegevens door overheden en bedrijven is verboden. Burgers hebben recht op inzage in, correctie van en controle over hun persoonlijke gegevens. De overheid reguleert strikt om misbruik te voorkomen en de privacy te waarborgen.

1.7 Gewetensvrijheid

Indien er een conflict ontstaat tussen het eigen moreel kompas en de wet, handelt de overheid met respect voor persoonlijke overtuigingen en past zij de wet toe met oog voor de menselijke maat. Bij gewetensconflicten wordt ruimte geboden voor dialoog en maatwerkoplossingen, zodat recht wordt gedaan aan persoonlijke morele waarden.

2. PUBLIEKE VEILIGHEID

One veiligheid hebben we voor een belangrijk deel in eigen handen. Door respectvol om te gaan met elkaar en ook een zekere zelfredzaamheid en weerbaarheid te creëren. De overheid beschermt ons tegen ernstige onveiligheid en treedt in geval van crisis op.

2.1 Veilig samenleven

Het toebrengen van fysieke schade aan anderen, het stelen of vernielen van eigendommen, en het veroorzaken van disproportionele schade aan de natuur is verboden.

Psychisch geweld (het langdurig geestelijk pesten of misbruiken van anderen) is eveneens verboden.

Bij ernstige verstoringen van de openbare orde (onrust en onveiligheid) treedt de politie op. Ten alle tijden proportioneel en respectvol.

2.2 Veilige jeugd

Hoe veilig je je voelt, wordt in belangrijke mate bepaald in je jeugd. Kinderen hebben recht op een veilige jeugd en ouders zijn verantwoordelijk voor de veiligheid en ontwikkeling van hun kinderen tot 18 jaar. Ouders zijn ook aansprakelijk als hun kinderen de wet overtreden.

Jeugdzorg helpt kinderen en ouders indien nodig, maar neemt de verantwoordelijkheid nooit over. Bij ernstig misbruik of verwaarlozing grijpt de overheid in om de veiligheid en leefbaarheid voor kinderen te herstellen.

2.3 Veilig verkeer

In het verkeer heeft het langzaamste verkeer voorrang op sneller verkeer. Om voldoende snelle en veilige doorstroming te bevorderen, zijn er waar nodig en mogelijk separate wegen aangelegd voor auto’s, bussen, fietsen, railvervoer en vaartuigen. Deze infrastructuur wordt zo milieuvriendelijk en fraai mogelijk geïntegreerd in het landschap.

2.4 Veilige producten en diensten

Bedrijven en organisaties dragen de verantwoordelijkheid om veilige producten en diensten te leveren. Zij mogen geen onredelijke schade veroorzaken aan mens, dier of natuur. De overheid houdt streng toezicht op de naleving van deze veiligheidsnormen, zodat zowel consumenten als het milieu beschermd worden tegen onveilige praktijken.

2.5 Veilige media

De overheid bemoeit zich echter niet met de inhoud van media. Door zelf objectieve en genuanceerde informatie te bieden, kan zij een tegenwicht bieden tegen desinformatie. Er gelden wel regels om kwetsbare groepen, zoals kinderen, te beschermen tegen schadelijke inhoud.

2.6 Internationale vrede en veiligheid

Nederland zet zich in voor internationale samenwerking en het bevorderen van vrede en veiligheid. In samenwerking met de andere NAVO-landen bouwen we een defensie die onze grenzen en internationale veiligheid beschermt. Binnen de rijksbegroting wordt ten minste 2% gereserveerd voor een modern, effectief en menselijk defensieapparaat dat zowel de nationale veiligheid als internationale vrede ondersteunt. Bij conflicten buiten de NAVO richten we ons op humanitaire hulp aan slachtoffers, niet op het leveren van wapens. Militairen helpen bij nationale rampen en ondersteunen crisismanagement.

2.7 Crisismanagement en onafhankelijkheid

Nederland wil geen speelbal zijn van mondiale politiek. Onze voedsel- en energievoorziening en infrastructuur zijn daarom zoveel mogelijk onafhankelijk. Ook burgers worden zoveel mogelijk geholpen om zelfvoorzienend te zijn en onafhankelijk van mondiale en economische schommelingen.

Bij crises blijven politiek en overheid kalm en vermijden angstpolitiek. In geval van rampen neemt de overheid daadkrachtig de leiding en zorgt zij voor een snelle en adequate respons. De genomen maatregelen zijn proportioneel en tijdelijk, en worden achteraf openbaar geëvalueerd om van de situatie te leren.

3. ECONOMISCHE WELVAART

Mensen streven van nature naar vooruitgang en verbetering van hun levensomstandigheden. De mens bepaalt daarbij individueel de balans tussen (materiële) welvaart en (geestelijk) welzijn.

De overheid faciliteert de welvaart als economisch marktmeester en beheerder van infrastructuur. Zij bevordert eerlijke concurrentie en markttransparantie en voorkomt misbruik van marktmacht en beschermt zowel burgers als kleine ondernemers.

3.1 Werk en inkomen

Iedereen heeft recht op eerlijk werk en een fatsoenlijk inkomen. Er wordt gestreefd naar volledige arbeidsparticipatie en eerlijke arbeidsomstandigheden. De overheid ziet erop toe dat de arbeidsmarkt toegankelijk is voor iedereen en dat werknemers beschermd worden tegen uitbuiting.

3.2 Pensioen en sociale zekerheid

Een waardig pensioen is een fundamenteel recht, zodat mensen na hun werkzame leven goed kunnen leven. De overheid zorgt voor een stabiel en betrouwbaar pensioenstelsel, dat mensen zekerheid biedt na hun carrière. Sociale zekerheid vangt tijdelijk werklozen op en biedt ondersteuning bij arbeidsongeschiktheid.

3.3 Toegang tot kapitaal

Iedereen moet de mogelijkheid hebben om toegang te krijgen tot kapitaal om te investeren, ondernemen en innoveren. De overheid zorgt voor een transparante financiële markt, waarin banken en investeerders verantwoorde keuzes maken en geen onnodige risico’s nemen.

3.4 Wetenschap en innovatie

Investeren in wetenschap en innovatie is essentieel voor de toekomst. Minimaal 2% van het nationale budget wordt besteed aan wetenschappelijk onderzoek en technologische vooruitgang. De overheid stimuleert innovatie in technologieën zoals kunstmatige intelligentie, duurzame energie en databeheer om maatschappelijke problemen op te lossen. Dit versterkt de economie, creëert nieuwe banen en waarborgt veiligheid en privacy.

3.5 Infrastructuur

Een degelijke en betaalbare infrastructuur is essentieel voor economische ontwikkeling. De overheid investeert in duurzame infrastructuur op het gebied van transport, energie en digitale netwerken, zodat mensen en goederen zich vrij kunnen verplaatsen en bedrijven goed kunnen functioneren.

3.6 Volkshuisvesting

Een betaalbare en veilige woning is een basisrecht voor iedereen. De overheid zorgt voor voldoende huisvesting en voorkomt speculatie met woningen. Volkshuisvesting moet duurzaam zijn en gericht op de toekomst.

4. MENSELIJK WELZIJN

Een goede gezondheid, sociale verbondenheid en persoonlijke groei zijn bouwstenen van ons welzijn. De overheid zorgt voor een stevige basis in zorg, sport en cultuur, maar welzijn begint bij keuzes die we zelf maken.

4.1. Gezond leven

We willen allemaal lang en gezond leven. Of dat lukt, hangt sterk samen met ons eigen gedrag. De overheid helpt waar mogelijk mensen om gezonde keuzes te maken.

4.2. Sport en cultuur

Veel bewegen bij voorkeur buiten is gezond voor de mens. De overheid investeert daarom ten minste 1% van de rijksbegroting in sport infrastructuur.

De overheid beschermt het Nederlands erfgoed, stimuleert een levendig cultureel klimaat en investeert (net als de generaties voor ons) in schoonheid in de openbare ruimte. Tenminste 1% van de rijksbegroting wordt hiervoor vrijgemaakt.

4.3 Gezondheidszorg

De overheid helpt een goed stelsel aan basis gezondheidszorg te realiseren waarbij solidariteit het uitgangspunt is. In dat stelsel draait het om de relatie tussen huisart, patiënt en ziekenhuis. Daarbij is sprake van vertrouwen inplaats van wantrouwen, bureaucratie en wachtlijsten. Het streven is meer gezond en natuurlijk te gaan leven, medicijngebruik zo laag mogelijk te houden en te accepteren dat ziekte en dood uiteindelijk bij het leven horen. Het leven is niet in alle opzichten maakbaar. Als het gaat om ernstige ingrepen in het leven zoals abortus en euthanasie mag de mens (ondersteund door haar arts) het eigen moreel kompas volgen.

4.4 Ouderenzorg

Mensen worden geholpen om naar eigen wens zo lang mogelijk thuis te wonen of juist samen in een woongroep waarin je er voor elkaar kunt zijn. Voor ieder die (extra) zorg nodig heeft, is die zorg beschikbaar.

4.5 Zorg voor gehandicapten

Mensen met fysieke of mentale beperkingen krijgen toegang tot passende zorg en ondersteuning. Inclusie in de samenleving staat centraal, met als doel dat iedereen, ongeacht zijn of haar beperkingen, kan deelnemen aan het dagelijks leven.

5. SOCIALE RECHTVAARDIGHEID

In een sterke samenleving wordt goed gezorgd voor mensen die zorg nodig hebben. Dichtbij én verder weg. De overheid biedt een basis aan zorg en inkomen en ondersteunt mantelzorgers en vrijwilligers.

5.1 Basisinkomen

Mensen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien door werkloosheid, ziekte of ouderdom worden niet aan hun lot overgelaten. De overheid draagt zorg voor eerlijke pensioenen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, bestrijd armoede en voorziet mensen waar nodig van een bijstandsuitkering. Ter bestrijding van de bureaucratie wordt gestreefd naar een basisinkomen voor iedereen ter vervanging van een woud aan financiële tegemoetkomingen.

5.2 Mantelzorg en vrijwilligerswerk

Solidariteit is ook zichtbaar in de zorg die mensen onbetaald verlenen aan hun naasten en in vrijwilligerswerk. De overheid ondersteunt mantelzorgers en vrijwilligers door hen toegang te geven tot hulpbronnen, training en waardering. Het ondersteunen van informele zorg is essentieel voor een sterke en verbonden samenleving.

Daar waar nodig draagt de overheid zelf bij aan het creëren van zinvol vrijwilligerswerk.

5.3 Schulden

Burgers die kampen met problematische schulden krijgen hulp zonder blootstelling aan oplopende boetes en straffen. Bedrijven dragen verantwoordelijkheid door bij te dragen aan schuldpreventie en verantwoorde kredietverlening.

5.4 Dak- en thuisloos

Ieder die niet voor zichzelf kan zorgen wordt opgevangen op een veilige plek met een dak boven het hoofd, een voedzame maaltijd, mogelijkheid voor sociale contacten en waar nodig lichamelijke en psychische zorg.

Het streven is om mensen weer zelfstandig te laten wonen maar dat zal niet in alle gevallen haalbaar zijn. In dat geval biedt de overheid passende en waar nodig langdurende hulp. Dat geldt ook voor mensen met verslavingsproblematiek.

5.5 Internationale solidariteit

Nederland draagt verantwoordelijkheid in de internationale gemeenschap. Solidariteit betekent ook hulp bieden aan landen en bevolkingsgroepen in nood, zoals bij humanitaire crises of natuurrampen. Eerlijke en rechtvaardige internationale samenwerking is belangrijk om solidariteit wereldwijd te bevorderen.

5.6 Migratie en integratie

Vluchtelingen worden menswaardig behandeld. Of het nu gaat om vluchtelingen of mensen die in Nederland komen werken, we kunnen niet onbeperkt mensen toelaten. Om ons land te beschermen wordt een maximale jaarlijkse groei van de bevolking afgesproken onder de voorwaarde dat er voldoende woonruimte beschikbaar is.

Daarbij vinden wij dat vluchtelingen zoveel mogelijk in de eigen regio moeten worden opgevangen. Bij de keuze wie we in Nederland mag blijven, kijken we vooral naar wie een bijdrage kan leveren aan onze samenleving. Mensen die zich niet aan de Nederlandse regels houden kunnen hier vanzelfsprekend niet blijven.

6. DUURZAAM LEVEN

Samen zijn we verantwoordelijk om zorgvuldig om te gaan met de natuur. Niet alleen voor onszelf maar ook voor de generaties na ons. Zodat ook zij kunnen plukken van de vruchten en genieten van de schoonheid van moeder aarde. De overheid stelt regels ter bevordering van de circulaire economie, schone aarde, schoon water, schone lucht, natuurlijke ecosystemen en biodiversiteit.

6.1 Circulaire samenleving

We streven naar een circulaire economie waarin alle producten en grondstoffen worden hergebruikt en waar afval tot een minimum wordt beperkt. Wegwerpproducten worden actief ontmoedigd en waar mogelijk verboden.

6.2 De vervuiler betaalt

Schade aan de natuur moet worden betaald en hersteld door de vervuiler. Bedrijven en consumenten dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om milieuschade te voorkomen en te herstellen.

6.3 Afvalverwerking

Consumenten zijn verplicht hun afval te scheiden. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor duurzame afvalverwerking en worden aangespoord om hergebruik te bevorderen. Er gelden hoge boetes voor vervuiling van openbare ruimten.

6.4 Gezond ecosysteem

We werken aan een aarde met schoon water (drinkbare rivieren), schone lucht, schone aarde en een rijk ecosysteem. Het bestrijden van epidemieën gebeurt eco- en mensvriendelijk.

Een gezond ecosysteem is van vitaal belang voor het voortbestaan van de mens. De overheid zorgt voor schoon water, schone lucht en behoud van biodiversiteit. Epidemieën worden bestreden met respect voor mens en milieu.

6.5 Dierenwelzijn

Dieren zijn van groot belang voor een gezond ecosysteem. Steeds meer mensen zien dieren als wezens net als mensen. Het al dan niet consumeren van dieren blijft echter een persoonlijke keuze. Aan de productie van vlees- en visproducten worden strenge eisen gesteld. Dat geldt ook voor het houden van huisdieren en dierentuinen.

6.6 Klimaatverandering

Nederland zet zich in om klimaatverandering tegen te gaan door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en over te stappen op duurzame energiebronnen. Internationale samenwerking speelt hierbij een sleutelrol. De energietransitie verloopt geleidelijk en weldoordacht, zodat iedereen de kans krijgt om zich aan te passen. Idealiter kan iedere Nederlander zelf of samen met de buren zorgen voor een eigen en betaalbare energievoorziening.

6.7 Economische kansen

Een nieuwe omgang vinden met de natuur gaat veel van onze creativiteit vragen en biedt daarnaast ook kansen in de groene sector.

6.8 Voedselzekerheid en duurzame landbouw

Duurzame landbouw en voedselproductie zijn essentieel voor het waarborgen van voedselzekerheid voor toekomstige generaties. De overheid stimuleert biologisch boeren en korte voedselketens om de ecologische voetafdruk te verkleinen.

7. DEMOCRATISCHE DIALOOG

Onze democratie is van, voor en door de burgers. Nederland luisteren we goed naar elkaar en telt elke stem.

Boven strijd geven we de voorkeur aan samenwerking die resulteert in politieke besluiten die goed doordacht zijn en breed gedragen.

Veel problemen kunnen overigens prima worden opgelost zonder bemoeienis van de overheid. Uitgangspunt is dat besluiten zoveel mogelijk decentraal tot stand komen. Daarbij wordt expliciet rekening met minderheden en minderheidsstandpunten.

Besluiten nemen we zo dicht mogelijk bij de mensen die het aangaat. Politieke samenwerking en het betrekken van burgers vormen de basis voor een eerlijke en gedragen besluitvorming.

7.1 Burgers

De politiek heeft tot taak burgers zoveel mogelijk te betrekken bij zowel de inhoudelijke dialoog als de keuze van bestuurders. 

Burgers

Iedereen is vrij om te demonstreren mits geweldloos en zonder het leven van anderen teveel te verstoren. De politie bewaakt de veiligheid en grijpt rustig en respectvol in als dat nodig is.

7.2 Volksvertegenwoorders

We kiezen volksvertegenwoordigers die namens de inwoners wetten en/of regels opstellen, een bestuur aanstellen en controleren (wetgevende macht). Lokaal, provinciaal, landelijk en Europees. De volksvertegenwoordigers luisteren naar wat in de samenleving speelt en hebben de plicht om vanuit het eigen geweten te stemmen (zonder last of ruggespraak). Om gedegen besluitvorming en draagvlak te bevorderen, dient ten minste tweederde deel (66,7%) van de volksvertegenwoordigers in te stemmen met wijzigingen in wet- & regelgeving. Wijzigingen in de Grondwet met tenminste viervijfde meerderheid (80%).

7.3 Bestuurders

Op basis van een coalitie akkoord op hoofdlijnen wordt een nationaal bestuur gevormd (uitvoerende macht) dat naar bevind van zaken stuurt. Vanzelfsprekend binnen de kaders van de wet en rekening houdend met minderheidsbelangen. Onze bestuurders zijn integer, bekwaam en verbindend. Op provinciaal en gemeentelijk niveau

7.4 Rechters

Rechters spreken onafhankelijk recht op basis van de wet. Hun oordeel wordt niet beïnvloed door wat politiek en media ervan en kan gebaseerd zijn op het oordeel van wat deskundigen zeggen maar mag daarvan afwijken.

Daarbij spreekt zij altijd vanuit de menselijke maat met als doel te voorkomen dat een ongewenste situatie zich weer herhaalt. Bij twijfel tussen het belang van de staat versus het belang van de burger staat zij altijd aan de kant van de burger.7

7.5 Lobby

7.5 Media

Een vrije pers is de waakhond van de democratie. Journalisten moeten zonder angst voor repressie of censuur hun werk kunnen doen, en burgers moeten toegang hebben tot onafhankelijke en betrouwbare informatie.

7.6 Koning

De Koning is een belangrijk symbool van nationale eenheid en stabiliteit. De Koning is het hoofd van de regering en van de Staten Generaal maar heeft geen politieke macht. De Koning en vertegenwoordigt het land bij ceremoniële en internationale evenementen en is dienstbaar aan de natie en ondersteunend aan de democratische waarden van Nederland. De monarchie is neutraal, staat boven de politieke partijen en draagt bij aan de verbinding tussen ons allen en het evenwicht en de continuïteit van het staatsbestel.

7.6 Maatschappelijke dienstplicht

Nederland is een vrij land maar om die vrijheid te beschermen en maatschappelijke cohesie te bevorderen is een maatschappelijke dienstplicht ingesteld die aan jonge mensen direct na hun opleiding vraagt om gedurende 1 jaar te helpen een maatschappelijke taak uit te voeren. Dat kan bijvoorbeeld zijn als militair, als zorgverlener of als onderzoeker. De dienstplicht de gelegenheid zich maatschappelijk te oriënteren en buiten de eigen bubbel te kijken.

beslissingen zo dicht mogelijk worden genomen bij de mensen die het aangaat. Lokaal bij voorkeur boven provinciaal, provinciaal boven landelijk, landelijk boven Europees. Daarbij wordt naar iedereen geluisterd die het aangaat, niet alleen naar de mensen die hun mond roeren.  Ter ondersteuning van goede besluitvorming kunnen maatschappelijke dialogen worden georganiseerd of een zogenaamde ‘burgerkamer’ worden ingericht. In plaats van te focussen op (politieke) verschillen van mening gaat de aandacht eerst uit naar de overeenkomsten in waarden, naar feiten en onafhankelijk onderzoek. De input en lobby van grote bedrijven en (internationale) instellingen staat op gepaste afstand.

8. DIENSTBARE OVERHEID

De overheid dient de samenleving, niet andersom. Eenvoud, transparantie en menselijkheid staan centraal in het contact tussen overheid en burger. Belastingen zijn eerlijk en het toezicht op regels is altijd met oog voor de menselijke maat.

Van ambtenaren die werken voor de overheid wordt verwacht zij altijd oog houden voor en politici wijzen op de uitvoerbaarheid van wetten en de menselijke maat.

8.1 Eenvoud

De overheid bemoeit zich niet met zaken die haar niet aangaan en organiseert haar taken eenvoudig. Contact met de overheid moet zonder drempels verlopen en de overheid blijft kritisch op haar omvang.

8.2 Betrouwbaarheid

Transparantie en voorspelbaarheid zijn essentieel. De overheid hanteert de ‘menselijke maat’ boven strikte regels.

8.3 Belastingen

De overheid hanteert een simpel en eerlijk belastingstelsel waarin de gebruiker en vervuiler betalen. Er is een vaste belasting (flat tax) voor inkomsten uit werk, vermogen of erfenis. Daarnaast bestaan verschillende btw-tarieven afhankelijk van de impact op mens en milieu. Van mensen en bedrijven wordt verwacht dat zij hun eerlijke deel aan belastingen betalen. Mensen en bedrijven die moeite hebben hun belastingen te betalen krijgen hulp.

8.4 Handhaving en rechtsstaat

Agenten en opsporingsambtenaren zorgen voor naleving van de wetten. Hulp is beschikbaar voor wie zich geen verdediging kan veroorloven. Recidivisten krijgen extra hulp om hun gedrag te verbeteren. Bedrijven die de wet blijven overtreden, kunnen gesloten worden. Nederland blijft echter geen politiestaat, en boetes worden niet gegeven met het doel de staatskas te vullen.

Vertrouwen is de basis voor een prettig functionerende samenleving en tegelijkertijd zijn we niet naïef.  Agenten, inspecteurs en andere ambtenaren met een bevoegdheid tot opsporing reguleren situaties die uit de hand (dreigen te) lopen. Mensen en organisaties die de wet overtreden worden beboet of aangehouden, berecht en veroordeeld. Zij die geen verdediging kunnen betalen, krijgen hulp. Mensen die telkens in de fout blijven gaan krijgen hulp om van hun gedrag af te komen. Bij bedrijven die de fout in blijven gaan, kan de bedrijfsvoering worden afgesloten. De beschikbare handhavingscapaciteit is voldoende groot om Nederland een veilig gevoel te geven en zaken vlot af te handelen. Nederland is echter geen politiestaat waarbij op elke hoek van de straat een agent staat. Boetes worden nooit gegeven met als doel om de staatskas te spekken.e

8.5 Verantwoording

De overheid rapporteert jaarlijks neutraal over haar prestaties en kosten. Burgers ontvangen een persoonlijk overzicht van hun belastingbijdrage en de besteding ervan. Daar waar burgers en organisaties vragen stellen, worden deze voldoende snel en adequaat beantwoord.

TOT SLOT

Deze Grondbeginselen staan nog in de grondverf en zijn een uitnodiging tot dialoog en samenwerking. Laten we samen bouwen aan een vernieuwde Grondwet die iedereen beschermt en verbindt, nu en in de toekomst.

Dit is een werkdocument: Bij nieuwe inzichten pas ik het aan. Jouw commentaar via email of LinkedIn van harte welkom.

Bram Voncken, Utrecht, februari 2024

In mijn werk in de publieke sector loop ik vaak aan tegen de complexiteit van beleid en het gebrek aan menselijke maat in de uitvoering. Via LinkedIn deel ik mijn zienswijze op de knelpunten in ons democratisch en bestuurlijk stelsel én de mogelijke oplossingen. Kortgezegd denk ik dat onze democratie een lobbycratie, mediacratie en technocratie is geworden. De oplossingen die ik zie, gaan over de verbetering van de samenwerking over de partijen heen, dialoog met de mensen in het land, herkennen van gemeenschappelijke waarden (vrijheid, solidariteit en duurzaamheid), radicaal vereenvoudigen van wetten en organisaties en het hanteren van ‘de menselijke maat’ boven de regels. Boven alles vraagt dit persoonlijke bewustwording en leiderschap in onszelf.