In de greep van angst en groepsdenken

De corona pandemie heeft bij mij en veel anderen de ogen geopend. Over ons eigen gedrag, hoe we met elkaar omgaan, maar ook over het gedrag van politici en ambtenaren. De ‘nieuwe bestuurscultuur’ waar al zo lang over wordt gesproken, blijkt in de verste verten nog niet te bestaan.

Vanuit mijn werk als interim-manager en veranderbegeleider in de publieke sector weet ik hoe moeilijk politiek en ambtelijk bestuurders het vinden om complexe opgaves en crises in goede banen te leiden. Toch was ik verbaasd, verwonderd en geleidelijk aan zelfs verbijsterd over de aanpak van de coronacrisis. In het najaar van 2020 deelde ik bijgaande analyse via LinkedIn. Hieronder 4 jaar na dato nog een keer kort mijn conclusies van wat er bestuurlijk mis ging. Gebaseerd op 6 zaken die m.i. het fundament vormen van fatsoenlijk bestuur.

1. Dienstbaarheid

In de eerste plaats hoort een overheid dienstbaar, bescheiden en proportioneel te handelen met het grootst mogelijke respect voor de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers.

Politiek en overheid stelden zich naar mijn mening niet dienstbaar maar dominant en grensoverschrijdend op. De maatschappij werd rücksichtslos platgelegd. In de eerste weken van de crisis te begrijpen omdat we bang waren dat het virus extreem dodelijk zou zijn. Maar toen al snel bleek dat de impact toch meer vergelijkbaar was met een grote griepgolf (dat mocht toen en eigenlijk nog steeds niet gezegd worden) niet meer te begrijpen.

Desalniettemin werden we 2 jaar lang geconfronteerd met drang en dwang maatregelen zonder fatsoenlijke onderbouwing. De angst werd hoog gehouden en ons kabinet gedroeg zich alsof zij de baas van Nederland was. De minister van VWS (en met hem vele anderen) staken beschuldigend de vinger uit naar ieder die er anders over dacht (“het is een epidemie van de ongevaccineerden”). Volwassenen werden als kleine kinderen behandeld.

Het ziet er anno 2024 naar uit dat de schade die werd veroorzaakt groter is dan de schade die werd voorkomen. Zo werden kinderen ten onrechte thuis gehouden van school met alle problemen vandien. Mochten we niet menswaardig omgaan met zieken en afscheid nemen van stervenden. Werden de facto grote bedrijven bevoordeeld ten opzichte van kleine bedrijven. Kortom het was een ’terreur van goede bedoelingen’ in een ‘illusie van maakbaarheid’.

Lees hierover ook het artikel van emeritus hoogleraar en bestuurskundige Paul Frissen in Binnenlands Bestuur: “De staat is een heel gevaarlijke institutie“.

2. Beleid

Beleid hoort goed onderbouwd en breed gedragen te zijn. Integraal doordacht in al zijn consequenties. Niet in beton gegoten maar met ruimte voor nieuwe inzichten.

Het was én bleef echter ‘varen in de mist’. Er werd voortdurend gehamerd op ‘de maatregelen’ zonder dat de proportionaliteit werd aangetoond. Normaliter bespreek je meerdere scenario’s inclusief een zogenaamd ‘0-scenario’ (we doen niets). Niets van dit alles. Er waren geen scenarios. Er was nauwelijks aandacht voor de nevenschade. De achterliggende visie was volstrekt onduidelijk en kwam in mijn ogen uit de pen van ‘wetenschappers zonder wijsheid’. Specialisten en mensen in een ivoren toren overtuigd van het eigen gelijk.

Er is nooit een poging gedaan om verschillende scenario’s neutraal aan Nederland voor te leggen. Er werd niet of nauwelijks geluisterd naar mensen van buiten die er anders over dachten. Nieuwe inzichten werden nauwelijks vertaald in nieuw beleid. Een deskundige generalist als Maurice de Hond deed verdienstelijk onderzoek maar werd niet serieus genomen zelfs niet nadat bleek dat hij op veel punten gelijk had. Zie ook de documentaire van Frank de Rooy en de review die (voormalig KRO directeur en presentator van Brandpunt) Ton Verlind schreef over “Dood door schuld“.

3. Communicatie

Voor het draagvlak en vertrouwen in de samenleving is communicatie van het grootste belang en in het bijzonder een open en eerlijke maatschappelijke dialoog.

Helaas was er weinig open en eerlijke communicatie. Het was meer een monoloog dan een dialoog. De strijd tegen corona werd een oorlog tegen het virus. En zoals bij elke oorlog was ‘de waarheid’ het eerste slachtoffer. De persconferenties waren niet neutraal en genuanceerd maar ‘propaganda shows’ die de eigen onkunde verbloemden. Iedereen die er anders over dacht werd als ‘wappie’ verdacht gemaakt. Het werd een ‘festival van groepsdenken’.

Lees in Adformatie over de 14 technieken in gedragsbeïnvloeding in Mark Ruttes persconferenties.

4. Organisatie

Met een eenvoudig ingerichte organisatie en de juiste mensen op de juiste plek kun je alles aan.

De politiek nam met veel bravoure de leiding in deze crisis en baseerde haar beslissingen op een klein gezelschap van specialisten van het OMT die op haar beurt werd ingefluisterd door instellingen als de WHO. Was het kabinet maar zo verstandig geweest een zware, nationale en interdisciplinaire crisisorganisatie in te richten. Ik heb er wel eens over geschreven, maar helaas is het niet gebeurd. In plaats daarvan werden we opgescheept met tamelijk onzinnige debatten in de Tweede Kamer en een overduidelijk gebrek aan analytisch vermogen en effectieve organisatiekracht.

5. Operatie

In de uitvoering gaat het erom effectief en efficiënt te werken

Er werd helaas met hagel geschoten. In plaats van zelfredzaamheid te versterken, werden we overvallen met een lawine aan niet onderbouwde maatregelen waar we ons maar aan moesten houden. Groot respect voor het werk in de gezondheidszorg en fantastisch dat we hebben leren thuiswerken maar voor het overige was het een absurde tijd waarin we flink op het verkeerde been zijn gezet.

6. Leiderschap

Verbinden, inspireren en in beweging brengen.

Onze leiders maakten overvloedig gebruik van angstpolitiek. In plaats van te verbinden, versterkten zij de polarisatie. Zij bleken geen leiders maar managers. Mede dankzij corona zien steeds meer mensen dat we eigenlijk een heel ander type politici en bestuurders nodig hebben. Meer integer, deskundig en verbindend. Dit schreef ik er eerder over.

Mijn conclusie

We werden overweldigd door angst en grepen alles aan waarvan we dachten dat het verlossing zou brengen. Sommigen mensen zeiden nog ‘doe het niet, denk even na’ maar daar werd niet naar geluisterd. Ons kabinet voelde kennelijk een heroïsch moment om eindelijk eens stevig de verantwoordelijkheid te nemen en te laten zien wat zij waard was. Daarbij erg overtuigd van het eigen gelijk. De media gingen hier in het algemeen in mee (lees ook wat Ton Verlind hierover schrijft) en zo kwamen we in een internationaal web van groepsdenken en ‘jumping to conclusions’ terecht. ‘Niet lullen maar poetsen’ zeggen we in Nederland. En onze Grondwet, daar werd met een grote boog omheen gelopen.

Onze eigen rol

Toch hebben we dit alles aan onszelf te danken. Wij stemmen immers zelf op politici met veel idealisme en weinig praktijkervaring. Mensen die het goed doen op TV liever dan degelijke bestuurders met onafhankelijke denkkracht en verbindingskracht. Wij kijken naar journalisten die meer geïnteresseerd zijn in hun eigen mening dan werkelijk alle standpunten neutraal te laten zien. Wij oordelen zelf gemakkelijk onder druk van de omstandigheden zonder echt te luisteren naar mensen die het anders zien. En zo polariseren we wat af. De oplossing ligt dus ook bij ons: beter luisteren, meer bewustzijn, andere keuzes.

Hoe verder

Een serieus gesprek over de rol en opstelling van politiek en overheid maar ook van onszelf is op zijn plaats. De weg lijkt steeds meer open te liggen voor een samenleving die van onderop is georganiseerd. In lijn met Society 4.0 van professor Bob de Wit. Of lees wat ik er verder over schreef.

Bram Voncken, Utrecht, maart/april 2024

Disclaimer: niemand heeft de wijsheid of waarheid in pacht. Elke verandering begint met nieuwsgierigheid, bewustwording en leiderschap in jezelf.