ir. Bram Voncken, 31 december 2020
In mijn werk als veranderbegeleider gaat het erom positieve energie te creëren, samen de schouders eronder te zetten. Daarbij is het belangrijk om weerstand te omarmen en eerlijk te zijn over wat beter moet. Covid-19 stelt ons wat dat betreft op de proef en ik vind het fascinerend om te zien hoe deze crisis wordt aangepakt.
Met man en macht proberen we het virus eronder te krijgen. Zaken die anders jaren zouden duren, gaan nu razendsnel. Corona brengt niet alleen ellende maar biedt ook nieuwe kansen. Opvallend is wel dat kritiek op het coronabeleid niet op prijs wordt gesteld. Toch vraagt deze crisis naar mijn mening juist om publieke dialoog en mobilisatie van nationale denkkracht. Constructief kritiek geven en je houden aan afgesproken maatregelen kan prima samengaan. Hieronder een poging tot brede kritische beschouwing, gebaseerd op mijn ervaring met (grootschalige) verandertrajecten, maar ook gewoon als betrokken burger van ons mooie land.
1. Transparante communicatie
Heldere, eerlijke communicatie is het fundament van verandermanagement. Het zorgt voor vertrouwen en draagvlak, en helpt mensen om de juiste dingen te doen.
Aan informatie is vanaf het begin van de crisis geen gebrek. Voortdurend wordt gehamerd op de ernst van het virus en het belang van de maatregelen. Hoewel die maatregelen niet altijd helder zijn, is de urgentie duidelijk. De persconferenties werken wat dat betreft prima en hebben een bijna hypnotiserend effect.
Veel minder aandacht is er voor de analyse van het probleem, de onderbouwing van oplossingen en schets van het bredere perspectief. Wat hebben we geleerd over verspreiding, impact en behandeling? Welke scenario’s zijn afgewogen en zijn alle consequenties meegenomen? Hoe proportioneel is het beleid eigenlijk?
In een crisis die mensen zo heftig raakt, verwacht je hierover meer dialoog en overleg. Het RIVM is echter vanaf het begin van de crisis een gesloten bastion, de regering schuift de Wet openbaar bestuur tijdelijk aan de kant en uit onderzoek van De Groene blijkt dat de communicatie vanuit VWS alles behalve soepel verloopt.
Alles bij elkaar mag de communicatie tijdens deze crisis weinig transparant worden genoemd. Burgers worden meer bang gemaakt dan serieus betrokken. En dat lijkt me niet slim, want vroeg of laat zal dat het vertrouwen van burgers schaden.
2. Omgaan met kritiek
Om tot scherpere analyses te komen en betere oplossingen te vinden, moet je critici omarmen. Om van hen te leren, om draagvlak en positieve energie te creëren en om sneller resultaat te boeken.
Lange tijd was het beeld dat alleen wappies en viruswaanzinnigen tegen het beleid in verzet zijn. Los van het feit dat het niet constructief is om mensen zo weg te zetten, klopt dit beeld niet. Al vanaf maart is een groeiend aantal artsen, onderzoekers, hoogleraren en gewone burgers uiterst kritisch. In Nederland (zie bijv. de brandbrief van 2500 artsen en medisch professionals) en wereldwijd (zie de Great Barrington Declaration).
Hoe eenvoudig was het geweest om een brede dialoog te organiseren en meer samen een slimme coronastrategie te bedenken. Door een onafhankelijke, multidisciplinaire denktank in te richten of voor elk denkbaar scenario een eigen ontwikkelteam. Een burgerforum met 100 burgers als klankbordgroep of het TV-programma Het Lagerhuis met brede vertegenwoordiging van mensen van OMT tot Maurice de Hond. Helaas heeft het kabinet op dit vlak weinig initiatief genomen. Een geweldige, gemiste kans.
3. Beleid
Beleid maak je door steeds scherper een beeld te vormen van huidige en gewenste situatie en stap voor stap naar je doel toe te bewegen. Onderweg toets je continu bij iedereen of je nog op het goede spoor zit.
Aan het begin van de crisis maakte Mark Rutte duidelijk dat het ‘varen in de mist’ was. Een helder standpunt en prettig dat hij dat eerlijk zei. Geleidelijk veranderde het beleid van creëren van groepsimmuniteit (toespraak maart 2020) naar het volledig opsporen en uitschakelen van het virus. Op zich prima (niemand heeft de wijsheid in pacht) maar het is opvallend dat het beleid nooit helder is uitgelegd en onderbouwd.
Een groeiend gezelschap ter zake kundigen is dan ook uiterst kritisch. Lees bijv. de glasheldere uitleg van emeritus hoogleraar en viroloog Menno Jan Bouma over virussen en ons afweersysteem. Of de nuchtere blik van Dr. Erwin Kompanje van de IC Erasmus MC, het beeld van psycholoog Mattias Desmet, de brede beschouwing van filosoof Ad Verbrugge en de analyse van ziekenhuisdirecteur Rene Medema die de vergelijking maakt met jaarlijks bijna 20.000 doden door roken.
Vanuit mijn vakgebied mis ik vooral het nuchter denken in strategische scenario’s. Scenario’s (van licht tot zwaar) waarbij alle consequenties zijn ‘doorgerekend’ en waar je een weloverwogen keuze uit maakt. Het is uiterst merkwaardig, gezien de enorme impact van deze crisis op ons allemaal, dat we hierover geen open gesprek voeren.
Verder valt op dat nieuwe, geruststellende inzichten bijna niet leiden tot aanpassingen van de maatregelen. Zo ligt er nog steeds veel nadruk op hygiëne terwijl duidelijk is dat het virus zich nauwelijks via oppervlakten verspreid. Ook is bekend dat de kans op verspreiding in de buitenlucht zeer klein is. Enzovoort.
Daarnaast is er weinig aandacht voor preventie, terwijl de meest basale maatregel volgens veel artsen het versterken van je eigen immuunsysteem is. Hoeveel leed hadden we voorkomen als we vanaf maart extra vitamine D waren gaan slikken? Misschien pakt het Nederlands coronabeleid economisch wat beter uit dan in andere landen maar alles bij elkaar vind ik het angstgedreven en technocratisch.
4. Effectiviteit van beleid
Hoe ernstig is het virus, vergeleken met andere gezondheidsrisico’s? Leidt het beleid tot de juiste zorg, minder langdurig zieken en sterfte? Hoe effectief zijn we in vergelijking tot andere landen.
Helaas geeft het corona dashboard geen antwoord op deze vragen. We weten uit de CBS-cijfers dat de sterfte in maart/april en vanaf eind september hoger is. We weten echter niet hoeveel mensen zouden zijn overleden als er geen maatregelen waren geweest.
We weten wel dat de kans om aan covid-19 te overlijden veel kleiner is dan we in maart dachten en dat 98% van de mensen die besmet raakt geen of milde klachten ervaart. Het is niet het killervirus waar we aanvankelijk bang voor waren en is toch eerder te vergelijken met een zware griepgolf zoals we die op kleinere schaal ook in 2018 zagen (al vinden sommigen dat je dat niet mag zeggen).
Wereldwijd zijn de patronen vergelijkbaar en lijken ze zelfs los te staan van het gevoerde beleid. De covid-19 epidemie volgt het seizoensgebonden patroon van de griepgolf. Lees voor verdere analyse bijv. het rapport van hoogleraar Besturen van Veiligheid Prof. Dr. Ira Helsloot.
5. Bijwerkingen beleid
Om tot evenwichtige besluitvorming te komen moet je alle consequenties overzien.
In deze crisis worden kosten nog moeite gespaard om het virus te bestrijden en de zorg te ontzien. Dat klinkt sympathiek maar de bijwerkingen van de maatregelen op vlak van economie, gezondheid en welzijn zijn enorm. Bijwerkingen die langzaam zichtbaar worden en langdurige impact zullen hebben. Psycholoog en professor Michaela Schippers van de Erasmus Universiteit schrijft hierover in The Devastating Ripple Effects of the Covid-19 Crisis.
Is dit virus werkelijk ernstig genoeg om zulke ontwrichtende maatregelen te nemen? Het lijkt erop dat de bijwerkingen van het beleid veel schadelijker zijn dan de schade die zij probeert te voorkomen. Van de onzichtbare slachtoffers van het coronabeleid wordt echter geen dashboard bijgehouden.
Een pijnlijk punt is dat de intensive care capaciteit de afgelopen 10 jaar is afgebouwd en dat we nu een tekort hebben. Geen sterk argument om de samenleving op slot te zetten en een torenhoge hypotheek te nemen op de toekomst. Interessant is ook het artikel van professor Ira Helsloot hierover.
6. Rol van de overheid
In een democratie zijn kiezers de baas en voert de overheid uit wat democratisch is afgesproken, Waakzaam en dienstbaar.
In deze crisis voelde het kabinet zich genoodzaakt ingrijpende maatregelen te nemen alsof we in oorlog zijn. Voor een korte periode (noodtoestand) is dat prima maar als het langer duurt, is de vraag of het nog democratisch is. Naar mijn inzicht handelt het kabinet, weliswaar met goede bedoelingen en gesteund door de Tweede Kamer, in strijd met op zijn minst de geest van onze vrije, democratische rechtsstaat.
a.) We zijn niet ‘in oorlog met het virus’. Virussen zijn een normaal onderdeel van het leven, en ons immuunsysteem beschermt ons daartegen. Deze keer is het virus heftiger dan we gewend zijn, maar er is geen reden voor paniek. Het gebruik van het woord ‘oorlog’ is ongepast.
b.) Als een kabinet ingrijpende beslissingen neemt met zware, langdurige effecten (en burgers nog jaren de rekening daarvan betalen) dient zij dit in volstrekt open gesprek met de Tweede Kamer te doen maar ook met de samenleving als geheel. Dat gebeurt nu absoluut onvoldoende.
c.) Als maatregelen van de overheid schade veroorzaken bij mensen en bedrijven, dient zij de schade te vergoeden. Ook dat gebeurt nu onvoldoende en veel mensen en bedrijven zullen daarvan de dupe zijn.
d.) Je kunt van mening verschillen of de overheid zo zwaar mag ingrijpen in het leven van burgers en bedrijven (naar mijn mening gaat dit veel te ver), maar het past een overheid zeker niet om burgers toe te spreken alsof zij kinderen zijn, zoals tal van ambtsdragers deden.
e.) De overheid hoort de vrijheid van meningsuiting te beschermen, maar doet nu precies het omgekeerde. Zo onderzoekt de politie journalisten die kritisch schrijven over het coronabeleid, en spreken politici en leden van het OMT zich uit tegen onwelgevallige media. Dat kan echt niet. De overheid beschermt de samenleving door zelf transparant te zijn.
7. Rol van de media
Media houden ons (als het goed is) scherp bij de les. Maar we zullen zelf ook scherp moeten letten op wat we wel/niet geloven.
De media speelt een speciale rol in deze crisis. Zij werd spreekbuis van de overheid en creëerde mede een klimaat van angst met dagelijkse lijstjes doden, ic-opnames, testuitslagen en een royaal aanbod corona infotainment. Tegelijk ontbrak rationeel ’tegendenken’ voor wat uit de koker van kabinet en OMT kwam. Wat niet in lijn lag met de communis opinio werd genegeerd, bespot of geframed als complotdenken. Op social media werden berichten en zelfs mensen verwijderd.
Voor een deel met het ‘gewenste’ effect dat mensen zich nog beter aan de maatregelen houden, maar ook met onbedoeld effect dat anderen zich afwenden van de mainstream media en van het politieke midden. Een polarisatie versterkende beweging zoals je die op andere gebieden helaas ook ziet. Waar is de onafhankelijke, kritisch onderzoekende media gebleven? Waarom leren we niet van dwarsdenkers in deze crisis? Ton Verlind, oud presentator van KRO’s Brandpunt, schreef er een blog over.
8. Rol van de burgers
Burgers zijn vrij om hun stem te laten horen en horen zich daarnaast te houden aan afgesproken wetten en regels.
Over het algemeen hebben burgers zich keurig aan de maatregelen gehouden. Een deel wil zelfs steviger maatregelen. Vanaf de zomer zien we o.a. dat jongeren zich soms minder goed aan de regels houden. Begrijpelijk vind ik en door de overheid zelf veroorzaakt door onvoldoende dialoog en beleid dat rekening met hen houdt.
Ik denk dat burgers zich juist kritischer hadden mogen opstellen. Zij hebben zich wel erg als makke schapen aan angst en maatregelen overgegeven. Zoals gezegd, je aan de regels houden en kritisch denken, kan uitstekend samengaan.
9. Het managen van een crisis
Leiding geven aan een ingrijpende veranderingsoperatie is een vak apart.
Niemand heeft eerder leiding gegeven aan een crisis van deze omvang. De situatie is extreem en vraagt om buitengewoon sterk, analytisch, verbindend en doortastend leiderschap en een zeer brede blik. Het OMT is, met alle respect, een team van mensen met een beperkte scope. Ook het kabinet is nooit ingericht om een crisis van deze omvang te managen. En dat geldt ook voor het ministerie van VWS.
Het was denk ik verstandig geweest als het kabinet een zwaar, multidisciplinair crisisteam had ingericht onder leiding van een ervaren crisismanager. Een ’topteam’ tussen kabinet, OMT en andere relevante spelers in dat met een bredere opdracht, scherper en transparanter had kunnen helpen sturen en beter de verbinding had kunnen leggen met alle disciplines en belanghebbenden.
10. Wereldwijde samenwerking
Door samenwerking proberen we oorlogen te voorkomen en meer vrijheid, welvaart en welzijn te realiseren voor iedereen.
Ondanks goede bedoelingen is de wereld overspoeld door een golf van angst en ongekende dwang/controlemaatregelen.
Sommige mensen vermoeden een complot, maar dat is natuurlijk onzin. Wel is waar dat we niet goed weten hoe het spel internationaal is gespeeld. Heeft Nederland een echte eigen afweging gemaakt of hebben we min of meer onze buurlanden en de WHO gevolgd? Het lijkt mij cruciaal om de wijze waarop het coronabeleid tot stand is gekomen, de manier waarop wij internationaal samenwerken, de belangen die daarbij spelen en de rol van organisaties zoals de WHO transparant te evalueren.
11. Leiderschap
Leiderschap gaat over het vermogen om het leven beter te maken. Voor jezelf, voor anderen en voor het grote geheel. Leiderschap vereist wijsheid, compassie, moed en verbindingskracht.
Deze crisis vraagt leiderschap van ons allemaal en in het bijzonder van premier Mark Rutte, minister Hugo De Jonge en de voorzitter van het OMT, Jaap van Dissel. De geschiedenis zal oordelen of zij het juiste leiderschap toonden of niet, maar met hun inzet hebben zij ons respect verdiend.
Wat ik sterk vond, was de heldere, eerlijke boodschap en daadkracht met name aan het begin van de crisis waarbij de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij burgers werd gelegd.
Wat ik heb gemist is het vermogen om de complexiteit te doorgronden en helder te delen. De moed om niet mee te gaan in de gemakkelijke golf van angst maar om nuchter en proportioneel naar de problemen, oplossingen en consequenties te kijken. Het meeste heb ik gemist het transparante gesprek met de samenleving als geheel en het volwaardig betrekken van burgers en dwarsdenkers in het bijzonder.
Een specifiek probleem is dat bèta talent schaars beschikbaar lijkt te zijn in kabinet, kamer en media. En dat is in deze complexe crisis een groot gemis. Zo zie je in de Tweede Kamer vooral emotionele gesprekken over de uitvoering maar geen scherp, analytisch gesprek over de strategie. Tegelijkertijd zijn mensen die wel talent hebben voor rationele, integrale analyses niet in staat om een voldoende sterk tegengeluid te mobiliseren. Wat dat betreft heb ik leiderschap vanuit de (medische) wetenschap gemist.
12. Mijn conclusies tot nu toe
Ik denk dat we wereldwijd in paniek zijn geraakt en als een kudde wilde dieren zijn gaan rennen. Een aantal zaken hebben we knap aangepakt maar we hebben ook een spoor van vernielingen achter ons gelaten.
Je kunt veilig stellen dat Covid-19 niet het killervirus is waar we vanaf maart bang voor waren. Het virus is weliswaar ernstiger dan we gewend zijn, er zijn meer vooral kwetsbare ouderen overleden dan normaal en onze IC-capaciteit was klein geworden door bezuinigingen, maar de totale paniek was niet terecht. Of het virus snel onder controle zal komen, weten we nog niet. Mogelijk kunnen kwetsbare mensen binnenkort worden beschermd met een veilig vaccin en gaan we meer aandacht besteden aan een gezonde leefstijl.
Misschien ernstiger dan het virus is het gemak waarmee een wereldwijde golf van angst, dwang en kokerdenken kon ontstaan en nu al bijna een jaar aanhoudt. Vanuit angst voor de dood lijken we het leven maximaal te willen controleren en verliezen we realiteit en proportionaliteit uit het oog. Door de enorme stress mochten we niet meer kritisch zijn. De gelederen moesten worden gesloten. De pandemie bracht partijen van links tot rechts nader tot elkaar om samen te werken aan een nieuwe ‘sterke overheid’.
Met als resultaat een aanpak die waarschijnlijk veel schadelijker is dan het kwaad dat zij probeert te bestrijden. Goedbedoeld beleid bedacht vanuit ivoren torens met weinig gevoel voor menselijke maat. Technocratische (lompe) maatregelen die de balans verstoren in het leven van mensen, tussen mensen onderling en tussen mens en overheid.
Soms vragen mensen ‘maar hoe zou jij het dan hebben gedaan?’. Die vraag is moeilijk te beantwoorden want ik heb niet de informatie die het kabinet heeft. Ik zou in ieder geval hebben gestreefd naar een meer transparant proces, meer maatschappelijke dialoog, een meer integrale aanpak, rationele afweging van scenario’s en meer menselijke maat. Inhoudelijk zou ik de focus waarschijnlijk leggen op betere informatievoorziening aan burgers, benadrukken van eigen verantwoordelijkheid, tegengaan van onnodige angst, stimuleren van gezonde leefstijl, verbeteren van ventilatie op plekken waar mensen gemakkelijk het virus aan elkaar overdragen, extra bescherming van kwetsbare mensen, investeren in behandelmethoden, de huisarts een belangrijkere rol geven en natuurlijk het flexibeler maken van de IC capaciteit.
De vraag mag gesteld worden of we het virus nog steeds op een crisisachtige manier moeten benaderen. Het zou denk ik goed zijn als we de sfeer van een crisis langzamerhand gaan verlaten. In deze crisis zie ik overigens een soort tweedeling tussen mensen die hechten aan veiligheid en collectieve bescherming (mensen met een vaste baan in het politieke midden) versus mensen die hechten aan vrijheid en eigen keuzes (mensen aan de politieke flanken). We zullen elkaar ‘in een nieuw midden’ moeten vinden lijkt me.
13. Nuchter voorwaarts
Waarschijnlijk zullen we nog lang worden geconfronteerd met de ontstane schade, maar toch kan deze crisis iets goeds brengen. Het kan ons helpen met frisse blik te kijken naar hoe we leven en werken.
En misschien zal 2020 achteraf een kantelpunt blijken te zijn naar een ‘nieuwe verlichting’. Omdat we inzien dat we teveel worden geleid door emoties in het ’theater’ van politiek, media en het publieke leven. Dat we meer nuchter moeten leren kijken en luisteren naar anderen en naar onszelf.
Dat betrokkenheid van burgers, kritisch denkvermogen en op feiten gebaseerde analyses belangrijk zijn en dat we niet gemakzuchtig onze problemen moeten ‘delegeren’ aan centrale overheden en grote (media-) bedrijven. En dat we respectvol van mening mogen verschillen.
Wellicht staan we voor een keuze: door op de weg van centralisatie van macht (in de stijl van de great reset) of kiezen om macht meer in handen van mensen en gemeenschappen zelf te leggen. Professor Bob de Wit heeft het over de society 4.0.
Laten we in 2021 kiezen voor een ander soort politiek leiderschap. Met leiders die niet alleen goed kunnen praten maar vooral goed kunnen luisteren. Die democratisch en dienstbaar zijn. Leiders met visie en vermogen tot verbinden vanuit ons gezamenlijke verlangen naar vrijheid, solidariteit en een leefbare aarde. Leiders die in contact staan met zichzelf. Die transparant, met menselijke maat voorwaarts gaan. Nuchter, zonder angst. Leiders die burgers en gemeenschappen sterker maken en niet zwakker.
Bram Voncken
December 2020
Dit artikel is geschreven in de herfst van 2020 en inmiddels is alweer veel gebeurd. Mijn analyse blijft echter dezelfde. Kritiek van harte welkom! Stuur een bericht of bel me op 06-2158 6281.
© 2020-2021 VIMC